Vriendelijk stad, dat Alkmaar. In een rustige Centrumstraat, waar in de bovenkamer van een Grand Café schaakvereniging Waagtoren haar externe wedstrijden speelt, gaan twee zware trappen omhoog naar een typische kamer boven het café met andere tapgelegenheden. Afgelopen zaterdag speelden daar maar liefst drie teams. Dat waren dus zo’n 48 schakers plus een handvol andere lieden die kwamen kijken. Drukte van belang en wennen voor de bezoekers. Krakende vloeren en piepend doorbuigende tafels. Het pand stamt uit de tijd van ruiter en paard, maar waar ook het voetvolk welkom was. Het ontbrak er maar aan dat het buiten miezerde.
Het moge duidelijk zijn, een perfecte plaats om op een zaterdagmiddag in december er eens goed voor te gaan zitten. En dan vol proberen uit te halen tegen een, op papier, sterkere tegenstander.
Het Spaarne-team speelde in haar sterkste opstelling met topspeelster Colleen Otten op het 1e bord. Zij trof het niet met Hebert Perez Garcia. Weliswaar speelde Colleen met witte stukken, maar de oude heer Garcia speelde alsof zijn jeugd terugkeerde tijdens het spel en pareerde een avontuurlijke opening met lenigheid waar menig speler jaloers op zou zijn. Op het juiste moment omschakelen naar een zakelijke afwikkeling en een vol punt voor De Waagtoren na amper 3 uur spelen.
Dan op bord 7: onze koning Arp. De opening Het Portugese gambiet uit het Scandinavisch dat door wit werd geweigerd. Tegenstander Marten Coerts had natuurlijk kunnen weten dat dit soort openingen een kolfje is naar de hand van Frans met zijn aanvallende stijl. Toch speelde de heer Coerts, in verloren stand, scherp op een counter-aanval wat mijn bewondering afdwong. Het mocht allemaal niet baten, want Frans was, ondanks zijn genomen pijnstillers tegen een rugspierontsteking, niet te stoppen. Hij speelde geen zwakke zetten en ging als een wals over de zwarte stelling. Dus stonden we weer gelijk.
Op naar bord 6, alwaar Frank Taylor goed uit de opening kwam. Met zwart nota bene. Frank zijn dubbelpion bleek geen nadeel. De open e- en b-lijn werden een bezit voor de zwartspeler, maar het was moeilijk beslissend voordeel te vinden. Langzaam vond witspeler Ton Fasel tegenspel door zijn dame achterin de zwarte stelling te posteren, maar dat kon alleen omdat Frank een ultieme winstpoging deed. Het nadeel was wel dat Frank schaak moest blijven geven om de partij te winnen. Dat eeuwig schaak lukte wel, maar de partij winnen echter niet. Hij was dichtbij, dat wel, maar alles was nog in evenwicht.
De bizarste partij was die op bord 3, waar Aad de Bruijn een Caro-Kann voorgeschoteld kreeg. Via de doorschuifvariant speelde Ronald Groot zijn c6-pion op naar c4, waardoor er een gesloten stelling ontstond. Vervelend voor zwart was wel dat wit moeiteloos al zijn stukken voor de zwarte koning neerzette. Dus moesten alle zwarte stukken terug rond de koning en bleef er weinig ruimte over daaromheen. De stelling schreeuwde om een offer. Het offer kwam, maar zwart hield stand. Toen de rookpluimen optrokken was het onduidelijk of de twee pionnen voor het stuk voldoende waren voor een half of vol punt. Aad won er nog een pion bij en met veel concentratie en nauwkeurigheid bracht hij het volle punt binnen. Ik was onder de indruk en: een voorsprong voor Het Spaarne.
Niet lang na deze winstpartij was de stand weer gelijk. Leo Littel op bord 2 kreeg namelijk voor de zoveelste keer een Alapin op het bord. Tegenstander Gerard de Geus wilde met kleine middelen een groot verschil maken, maar ging een gelijkwaardig eindspel in met 5 pionnen ieder en paard + loper tegen paard + loper. Vanaf dat moment was het de witspeler die het spel dicteerde en met vaste hand de partij naar zich toe trok.
Op bord 8 speelde onze man uit Havanna, Sander Schilthuizen. Rustig ging hij met de zwarte stukken op zoek naar een gelijke stand. Twee dagen voor de partij was er met schaakleraar Pieter Roggeveen partijen bekeken voor het ideale paardveld (waarbij de pionnenstructuur bepalend is) en toen kwam tegenstandster Timardi Verhoeff met de te verwachte paardmanoeuvre: ze speelde haar paard op d2 via f1 om naar e3. Op weg naar het `gat’ op d5. Er bleef voor haar een klein voordeeltje over in een eindspel met lichte stukken (loperpaar en kwetsbare damevleugelpionnen voor Sander). Maar het was nog even te ambitieus om het paard van e3 naar d5 te spelen. De na paardruil verkregen vrijpion was eerder een zwakte dan een sterkte. Vanaf dat moment groeide de winstkansen voor Sander en natuurlijk voor het Spaarne, een zweem van sensatie werd langzaam voelbaar. Vol punt binnen, met Het Spaarne op winst.
Loek Veenendaal op bord 4 had lange tijd het beste van het spel, maar met goed actief spel van Dirk van der Meiden was het tussentijds gewonnen pionnetje niet voldoende voor winst. Loek deed wel nog een uiterste poging waardoor de teamleider lichte hartkloppingen kreeg. Het was namelijk zijn tegenstander die nog even binnen kwam zonder te kloppen. De remisemarge werd niet meer verbroken, met als gevolg een 3-4 voordeel voor Het Spaarne. We hebben dus reeds een gelijkspel.
De laatste partij op bord 5 voor de definitieve knockout. Een halfje was voldoende. Fer Mesman met wit tegen Shannon Vlaar. Sterke speelster die ik ken van schaaklessen bij Jop Delemarre. De opening direct met een zenuwblokje d4-c4 tegen d5-c5. Shannon speelde redelijk vlug en had de stelling vaker op het bord gehad. Fer had tijd nodig om zich in te leven. Na verloop van tijd werd duidelijk dat de zwartspeelster beter met de stelling kon omgaan en kwam ze in het voordeel. Een belangrijke vrijpion stormde op naar voren. Maar Fer wikkelde af naar een eindspel waarin de vrijpion kon worden opgehaald. Remise leek haalbaar. Lag zelfs voor de hand en teamleider van Het Spaarne rekende zich al rijk door alvast een Belgisch biertje aan te nemen van een teamgenoot om de volle winst te vieren. Shannon Vlaar zag het anders en draaide de duimschroeven aan. In een eindspel van twee pionnen ieder met de kale koning rondom bleek de ruimte voor zwart winnend te zijn. Fer, in tempodwang, gaf mistroostig op. Toch een gelijkspel!
Iedereen terug naar Haarlem met mixed feelings en van pure ellende reed de teamleider ook nog zijn rechter voorband aan gort. Kwestie van te vroeg en te snel je rijk rekenen (nou ja, het was gewoon een te hoge stoeprand die hij even niet zag), maar iedereen in de auto schrok wel.
De Waagtoren 2 | 1934 | S.V. Het Spaarne | 1892 | 4 | 4 | |
1. | Hebert Perez Garcia | 2046 | Colleen Otten | 2083 | 1 | 0 |
2. | Gerard de Geus | 2034 | Leo Littel | 1920 | 1 | 0 |
3. | Ronald Groot | 1920 | Aad de Bruijn | 1905 | 0 | 1 |
4. | Dirk van der Meiden | 1940 | Loek Veenendaal | 1903 | ½ | ½ |
5. | Shannon Vlaar | 1836 | Fer Mesman | 1712 | 1 | 0 |
6. | Ton Fasel | 1964 | Frank Taylor | 1855 | ½ | ½ |
7. | Marten Coerts | 1866 | Frans Arp | 1970 | 0 | 1 |
8. | Timardi Verhoeff | 1873 | Sander Schilthuizen | 1791 | 0 | 1 |