Ronde 2: S.V. Het Spaarne 1 – Santpoort 2: 4½ – 3½
11 oktober 2015 (door Sander Schilthuizen) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De tweede competitieronde in de NHSB-promotieklasse bracht het eerste team van Het Spaarne een gelukkige en minimale zege op de sympathieke tegenstanders uit het naburige Santpoort. Ging het twee weken geleden in Krommenie met een 4-3-achterstand helaas mis, nu werd een 4-3-voorsprong over de streep getrokken door een zwaarbevochten, doch ook fortuinlijke remise van Paul Neering op bord 7.
Eerder op de middag kwam Het Spaarne op voorsprong door zeges van Aad de Bruin (tegen Wim Gravemaker) en Leo Littel (tegen Dave Looijer). Opmerkelijk was dat Dave Looijer door zijn vlag ging. Zat hij zo in de stelling verzonken dat hij de klok en het gebrek aan tijd daarop vergeten was? Leo was in ieder geval redelijk tevreden over het partijverloop: met zwart wist hij zichzelf op de been te houden en in te spelen op genuanceerde witte manoeuvres. In de slotstelling stond hij allerminst verloren. De stelling was eerder dichtbij een evenwicht, aldus Leo. Aad, op bord 2, won een pion op f5, nadat tegenstander Gravemaker een fout beging met Db5, en wist het punt te verzilveren. Tegenover deze twee zeges stond een nederlaag van Loek Veenendaal tegen Rob de Roode op bord 4. Een snelle blik op zijn stelling rond de klok van vieren gaf de indruk dat zijn vooruitzichten op een half of heel punt niet riant waren. Een goede overwinning voor De Roode lag in het verschiet en kwam uiteindelijk ook tot stand. Loek was na afloop allerminst te spreken over zijn spel. Misschien is dit een goed voedingsbodem voor herkansingen in november en de maanden daarna! Frans Arp speelde op bord 5 een bekende theoretische variant waarin zwart een pion offert voor actief stukkenspel en kansen op koningsaanval. Die beide tijdelijke voordelen verdwenen echter in de loop van het middenspel en wat er overbleef was een inferieur eindspel met een kreupel zwart paard op b7, een actieve witte loper op de lange diagonaal (h1-a8) en een witte vrijpion op c5. Frans rechtte echter zijn rug en wist met nauwkeurig spel zijn stelling speelbaar te houden. Op zeker moment, vlak voor de tijdcontrole (met witspeler Kors in lichte tijdnood), versmaadde hij nog met schaak een pion op a2 te nemen, omdat de witte vrijpion, inmiddels op c6 aangeland, anders door zou lopen naar dame via de mooie wending Tc5 – Pxc5 – c7. In de analyse na afloop werd ook niet 1-2-3 een winstweg voor wit gevonden. Ikzelf speelde op bord 6 met wit een ietwat moeizame opening tegen Stefan Fokkink. Op zet 7 waren er niet minder dan 4 kandidaatzetten in een opening die ik niet goed kende. Een keus maken kostte veel tijd. In een snel gespeelde fase tot de 20ste zet verwierf ik echter een aantal voordelen die kansen op winst beloofden (loperpaar, betere pionnenstructuur (een zwarte isolani), en een ietwat verzwakte zwarte damevleugel). Onder lichte tijdsdruk en met een overgang naar een voordelig toreneindspel op komst besloot ik de zetten even te herhalen. Mijn tegenstander claimde vervolgens remise, ofschoon – naar ik later begreep van wedstrijdleider Jansen – de manier waarop mij niet verplichtte het aanbod te aanvaarden. Enfin, de remise was teleurstellend doch niet zo erg en zo rond de klok van vijven tekende zich de volgende situatie af: een voorsprong van 3-2 voor Het Spaarne met nog drie borden in de race. Op bord 1 speelde Colleen Otten met zwart een solide partij tegen Martijn de Roode. Als ik het me goed herinner werd er op wits damevleugel een a-pion gesnackt. Een resultante van een en ander was een toreneindspel met twee vrije randpionnen voor Colleen dat zij nauwkeurig naar winst speelde, ofschoon de witspeler nog veel tijd spendeerde om een weg naar remise te vinden. Derhalve een mooie revanche voor de sneue nederlaag tegen Cor van Dongen van twee weken geleden. Fer Mesman, op bord 8, verslikte zich in het vroege middenspel en moest een stuk geven. Op wilskracht speelde hij door, maar de zwartspeler (Gijsbert de Bock), liet zich niet van de wijs brengen en incasseerde het punt. Bij een 4-3-stand bleef de partij tussen de talentvolle Mick Mulder en Paul Neering over. Door het overzien van een kleine tactische truc had Paul in het middenspel een belangrijke pion verloren. Met een mooi kwaliteitsoffer wist de witspeler aansluitend aan de onverwachte pionwinst nog een bos pionnen van zwart te veroveren. In een eindspel van toren en paard tegen loper en paard was er maar ėén partij die voor de winst kon gaan: wit! Paul kon alleen maar afwachten hoe wit zijn pionnenfront in het centrum stap voor stap naar voren bracht. Toch was een winstweg niet makkelijk zichtbaar en mede onder de druk van de klok koerste wit uiteindelijk bewust op remise aan. Daarmee was Paul matchwinner geworden, voelde de remise als een overwinning, en smaakte de Leffe na afloop goed.
|