Zaterdag, alweer ruim een week geleden, een gemoedelijke ontmoeting tussen schaakverenigingen Santpoort en ’t Spaarne. Gemoedelijk omdat uw verslaggever, tevens non-playing teamcaptain, weinig merkte van enige spanning aan beide kanten. Terwijl het toch een belangrijk duel betrof, vanwege de dure matchpunten die aan het eind van de middag op de overwinnaar lagen te wachten. Beide teams in de staart van de competitie van de 4e klasse KNSB, wat vroeger de promotieklasse heette te zijn van de NHSB.
’t Spaarne heeft het traditioneel moeilijk op dit niveau, maar weet zich telkens, met vlieg en kunstwerk, zich weer te handhaven met een team dat in de jaren weinig is veranderd. Wil het Spaarne 1 zich wederom verzekeren om volgend jaar in deze klasse te blijven spelen, was winst de enige uitkomst. Maar zoals gezegd, eerder timide dan getergd zette de Spaarne spelers zich achter het bord. Maar uw verslaggever had zich deerlijk vergist in de strijdlust van zijn/haar clubgenoten. Sommigen van ons vlogen erin met een enthousiasme, die bij mij de schrik om het hart sloeg.
Het mooiste voorbeeld was onze 8e bordspeler Fer Mesman, die in de opening van het Scandinavisch 3 pionnen (met zwart!) ertegenaan gooide, waar menigeen niet direct de compensatie van zag. Ook ik behoorde tot dat groepje. Als onze schaakgoeroe Pieter Roggeveen, die ons terdege heeft voorbereid op deze clash, erbij had gestaan dan was nekpijn het gevolg geweest van het `nee’ schudden. Tegenstander Gijsbert de Bock stak veel tijd in om de pionnen aan te nemen en kreeg vervolgens ook nog eens een kwaliteitsoffer om de oren. Voor de neutrale kijker prachtig om naar te kijken, maar zuchten en steunen vanaf mijn kant, dus tijd om verder te kijken.
Omhoog natuurlijk naar bord 7, net op tijd om te zien hoe Aad de Bruijn de zwarte stelling opblies met een tijdelijk pionoffer op e6. Dit omdat de sympathieke zwarte speler Henk Swier met een paar paard zetten van Pf6 naar Pg4, de opgestoomde pion op e5 terug probeerde te nemen. Daarmee overtrad hij de wet om in de opening niet twee keer met hetzelfde stuk te spelen, en moest daarvoor de prijs betalen om door te spelen in een versplinterde zwarte stelling. In eerste instantie zag dit er goed uit voor Het Spaarne, maar nog een lange weg te gaan.
Op naar Sander Schilthuizen, die met zwart uitzicht leek te hebben op een geïsoleerd pionnetje op de a-lijn. Sander had er flink druk op, maar Stefan Fokkink was niet onder de indruk en bleek in staat het materiaall gelijk te houden. Weinig onbalans, over een uurtje terugkomen om wat meer tekening te zien.
Eigenlijk hetzelfde op bord 5, tussen onze man Frank Taylor (b4) en Douwe van Rees. Alleen met het verschil dat Frank een zichtbaar duurzaam voordeeltje had opgebouwd, door duidelijk het centrum voor zich te winnen. Allemaal nog niet doorslaggevend, maar potentie voor de komende vervolg!
Paul Ruber van het ’t Spaarne trof een uiterst gemotiveerde Menno Schaefer tegenover zich. Paul, met de zwarte stukken, speelde de Siciliaanse zet c5 naar aanleiding op e4, en kreeg het Alapin (c3) op het bord. Al snel speelde Paul zijn geliefde zwarte loper naar veld g7, om daar na een ruil op e5, weer veilig terug te keren. Echter… door middel van een pionoffer werd dat verhinderd, waardoor wit tijd kreeg om Lh6 te spelen. Omdat zwart nog niet de tijd had genomen/gehad om kort te rokeren, moest Paul genoegen nemen om door te spelen met de koning in het midden. Dat zag er, ondanks het gewogen pionnetje, niet goed uit. Maar ook hier de stelling afwachten , het is nog niet gespeeld.
Ook bij Loek Veenendaal tegen het jonge talent Jelle van den Broek weinig verschil in stelling op het bord. De jeugdige van den Broek had vorig seizoen Paul Ruber met wit verslagen, dus Loek was vooraf gewaarschuwd Jelle niet te onderschatten, ondanks de rating van 1727.
Zo omhoog schrijven komen we bij bord 2, waar Leo Littel Mick Mulder tegenover zich vond. Geen damegambiet, uiteindelijk wel een damegambiet. Het feit was dat Mick vanuit de opening steeds wat prettiger stond. Dat vond Leo ook en dus stak de zwartspeler zeeën van tijd in de stelling om een gelijke stand te bereiken. Het mocht lange tijd niet baten, want de witspeler dreigde constant af te wikkelen naar een eindspel, met een pion voorsprong. Tijdnood zou hier een belangrijke rol gaan spelen, dat was wel duidelijk voor uw verslaggever.
En dan naar bord 1, onze topvrouw Colleen Otten in gevecht met Jan Burggraaf. Colleen heeft goed geluisterd naar onze schaakcoach PR en probeerde de lessen in praktijk te brengen. Het niveau (ik schrijf dit niet graag) gaat het begrip van de teamcaptain te boven, maar duidelijk is dat vorm van de dag, om te presteren, een vereiste is. De met wit spelende Colleen stond alras een grote kwaliteit achter (gedwongen offer Dame voor Toren en Paard) en leek te worden weggespeeld.
Eigenlijk formeerde ik een virtuele tussenstand met een nul op het eerste bord. Met de lastige stellingen op bord 2 en 4 erbij, oeff dacht ik… Dit zou wel eens een zware middag kunnen worden!