Fortuinlijke zege Spaarne 1 op Santpoort 2 Ronde 2: S.V. Het Spaarne 1 - Santpoort 2: 4½ - 3½

Ronde 2: S.V. Het Spaarne 1 – Santpoort 2: 4½ – 3½

11 oktober 2015 (door Sander Schilthuizen)
De tweede competitieronde in de NHSB-promotieklasse bracht het eerste team van Het Spaarne een gelukkige en minimale zege op de sympathieke tegenstanders uit het naburige Santpoort. Ging het twee weken geleden in Krommenie met een 4-3-achterstand helaas mis, nu werd een 4-3-voorsprong over de streep getrokken door een zwaarbevochten, doch ook fortuinlijke remise van Paul Neering op bord 7.

Eerder op de middag kwam Het Spaarne op voorsprong door zeges van Aad de Bruin (tegen Wim Gravemaker) en Leo Littel (tegen Dave Looijer). Opmerkelijk was dat Dave Looijer door zijn vlag ging. Zat hij zo in de stelling verzonken dat hij de klok en het gebrek aan tijd daarop vergeten was? Leo was in ieder geval redelijk tevreden over het partijverloop: met zwart wist hij zichzelf op de been te houden en in te spelen op genuanceerde witte manoeuvres. In de slotstelling stond hij allerminst verloren. De stelling was eerder dichtbij een evenwicht, aldus Leo. Aad, op bord 2, won een pion op f5, nadat tegenstander Gravemaker een fout beging met Db5, en wist het punt te verzilveren.

Tegenover deze twee zeges stond een nederlaag van Loek Veenendaal tegen Rob de Roode op bord 4. Een snelle blik op zijn stelling rond de klok van vieren gaf de indruk dat zijn vooruitzichten op een half of heel punt niet riant waren. Een goede overwinning voor De Roode lag in het verschiet en kwam uiteindelijk ook tot stand. Loek was na afloop allerminst te spreken over zijn spel. Misschien is dit een goed voedingsbodem voor herkansingen in november en de maanden daarna!

Frans Arp speelde op bord 5 een bekende theoretische variant waarin zwart een pion offert voor actief stukkenspel en kansen op koningsaanval. Die beide tijdelijke voordelen verdwenen echter in de loop van het middenspel en wat er overbleef was een inferieur eindspel met een kreupel zwart paard op b7, een actieve witte loper op de lange diagonaal (h1-a8) en een witte vrijpion op c5. Frans rechtte echter zijn rug en wist met nauwkeurig spel zijn stelling speelbaar te houden. Op zeker moment, vlak voor de tijdcontrole (met witspeler Kors in lichte tijdnood), versmaadde hij nog met schaak een pion op a2 te nemen, omdat de witte vrijpion, inmiddels op c6 aangeland, anders door zou lopen naar dame via de mooie wending Tc5 – Pxc5 – c7. In de analyse na afloop werd ook niet 1-2-3 een winstweg voor wit gevonden.

Ikzelf speelde op bord 6 met wit een ietwat moeizame opening tegen Stefan Fokkink. Op zet 7 waren er niet minder dan 4 kandidaatzetten in een opening die ik niet goed kende. Een keus maken kostte veel tijd. In een snel gespeelde fase tot de 20ste zet verwierf ik echter een aantal voordelen die kansen op winst beloofden (loperpaar, betere pionnenstructuur (een zwarte isolani), en een ietwat verzwakte zwarte damevleugel). Onder lichte tijdsdruk en met een overgang naar een voordelig toreneindspel op komst besloot ik de zetten even te herhalen. Mijn tegenstander claimde vervolgens remise, ofschoon – naar ik later begreep van wedstrijdleider Jansen – de manier waarop mij niet verplichtte het aanbod te aanvaarden.

Enfin, de remise was teleurstellend doch niet zo erg en zo rond de klok van vijven tekende zich de volgende situatie af: een voorsprong van 3-2 voor Het Spaarne met nog drie borden in de race.

Op bord 1 speelde Colleen Otten met zwart een solide partij tegen Martijn de Roode. Als ik het me goed herinner werd er op wits damevleugel een a-pion gesnackt. Een resultante van een en ander was een toreneindspel met twee vrije randpionnen voor Colleen dat zij nauwkeurig naar winst speelde, ofschoon de witspeler nog veel tijd spendeerde om een weg naar remise te vinden. Derhalve een mooie revanche voor de sneue nederlaag tegen Cor van Dongen van twee weken geleden.

Fer Mesman, op bord 8, verslikte zich in het vroege middenspel en moest een stuk geven. Op wilskracht speelde hij door, maar de zwartspeler (Gijsbert de Bock), liet zich niet van de wijs brengen en incasseerde het punt.

Bij een 4-3-stand bleef de partij tussen de talentvolle Mick Mulder en Paul Neering over. Door het overzien van een kleine tactische truc had Paul in het middenspel een belangrijke pion verloren. Met een mooi kwaliteitsoffer wist de witspeler aansluitend aan de onverwachte pionwinst nog een bos pionnen van zwart te veroveren. In een eindspel van toren en paard tegen loper en paard was er maar ėén partij die voor de winst kon gaan: wit! Paul kon alleen maar afwachten hoe wit zijn pionnenfront in het centrum stap voor stap naar voren bracht. Toch was een winstweg niet makkelijk zichtbaar en mede onder de druk van de klok koerste wit uiteindelijk bewust op remise aan. Daarmee was Paul matchwinner geworden, voelde de remise als een overwinning, en smaakte de Leffe na afloop goed.

S.V. Het Spaarne 1899 Santpoort 2 1847
1. Colleen Otten 2083 Martijn de Roode 2076 1 0
2. Aad de Bruijn 1926 Wim Gravemaker 1878 1 0
3. Leo Littel 1954 Dave Looijer 2034 1 0
4. Loek Veenendaal 1939 Rob de Roode 1793 0 1
5. Frans Arp 1968 Hans Kors 1959 ½ ½
6. Sander Schilthuizen 1871 Stefan Fokkink 1834 ½ ½
7. Paul Neering 1737 Mick Mulder 1566 ½ ½
8. Fer Mesman 1716 Gijsbert de Bock 1637 0 1

Spectaculaire overwinning Ronde 5: Santpoort 4 - S.V. Het Spaarne 2 : 1½ - 4½

Op 6 februari was Het Spaarne 2 op bezoek bij Santpoort te Velserbroek. De koploper in groep 3F kwam ons tegemoet in haar sterkste opstelling. Maar uitgerekend deze avond bleken wij in topvorm.

Wat te denken van onze bord 5 speler Marco Deurloo. Als een ware tovenaar liet hij zijn tegenstander alle hoeken van het schaakbord liet, waarmee hij als eerste het volle punt binnenhaalde. Vervolgens kon Wim Hoffenaar natuurlijk niet achterblijven. In een oude variant van het jacht gambiet, genoemd naar Aljechin, bood hij zijn tegenstander een vergiftigde pion aan. Deze werd aangenomen en leverde Wim een volle loper op, waarna hij het tweede punt kon bijschrijven voor Het Spaarne 2.

Paul Ruber kreeg op bord 1 een superieure stand met liefst 3 vrijpionnen op één vleugel, dus moest Santpoort 4 ijzer met handen breken om tot een gelijke stand te komen. Maar zowel Joost Jansen als Pim Abbestee en Frank Otten gaven geen krimp en hielden hun partij remise.

Derhalve een goede overwinning, waardoor voor Santpoort 4 de druk blijft bestaan om haar resterende wedstrijden te moeten winnen. Zo niet, dan komen wij nog langszij en worden we kampioen!

Santpoort 4 1607 S.V. Het Spaarne 2 1642
1. Rob Buschman 1633 Paul Ruber 2014 0 1
2. Douwe van Rees 1724 Joost Jansen 1755 ½ ½
3. Ouker de Jong 1689 Pim Abbestee 1516 ½ ½
4. Ronald Hoekstra 1667 Wim Hoffenaar 1517 0 1
5. Leo Kruisselbrink 1507 Marco Deurloo 1494 0 1
6. Martin Bender 1423 Frank Otten 1560 ½ ½

Spectaculaire overwinning Het Spaarne 2 Ronde 3: Chess Society Zandvoort / Jopen 3 - S.V. Het Spaarne 2 : 2 - 4

30 november 2014 (door Paul Neering)
Voorafgaand aan de match tussen Chess Society Zandvoort / Jopen 3 en ’t Spaarne 2 was het duidelijk dat alleen de overwinning telde indien we nog aanspraak wilden maken op promotie naar de tweede klasse. We begonnen aan de wedstrijd met de wetenschap dat we 1-0 achterstonden door de verliespartij van Joost Jansen (1755), die drie weken geleden vooruitspeelde tegen Eric Alferink (1735). Het devies voor vanavond was: geen remise als er nog kansen zijn om de partij te winnen.

Ga er maar aan staan!

Op ieder bord gebeurde er nogal wat en het verloop van een paar partijen leverde ongeloof, verbijstering, opluchting en respect op voor onze matadoren. Want wat was het spannend!!

Na een uur spelen stonden de meeste van de onzen goed tot zeer goed. Op bord 1 speelde Paul Ruber (2014) tegen Fons Jonkers (1518) met een duurzaam voordeeltje dat uitmondde in materieel voordeel: twee stukken voor één toren. Vanwege de 1-0 achterstand gaf Paul Mathot (1644) tegen Thomas van Beekum (1747) vol gas met een kwaliteitsoffer op termijn (zie onderstaande partij, zet 16). Was het een puur Russisch kwaliteitsoffer of meer dan dat?

Wim Hoffenaar (1517) leek een gemakkelijke avond tegemoet te gaan, omdat zijn tegenstander Herman Bierman (1421) een vol stuk cadeau gaf. Op bord 5 speelde Pim Abbestee (1516) tegen Tim Nijman (1407). Pim kwam redelijk kansrijk uit de opening vanwege een betere ontwikkeling.

Maar nog mooier stond Bert Bergshoeff (1372), ingevallen voor Arun, tegen mevrouw Cilia van der Kamp (1332), een bekende van Bert met wie hij samen speelt bij schaakvereniging De Raadsheer te Amsterdam. Na een fout van zwart knalde Bert met zijn witte dame de gehele damevleugel open. De zwarte koning was ook nog in het midden. Een zeker punt leek me op dit bord aanstaande.

Maar hoe anders zijn schaakdingen in de praktijk. Alleen bij Paul Ruber bleef het voordeel duidelijk en beslissend, ook al duurde het de hele avond. Na zijn partij verzuchtte Paul de woorden: “Het is helemaal niet makkelijk om te winnen met twee stukken tegen een toren.” Gezien Pauls hoge rating voelde hij het gewicht dat adel verplicht. Desalniettemin noteerde ik met een glimlach een vet punt. Klasse Paul. Stand 1-1.

Paul Mathot had nog altijd een goede dynamische drukstelling, maar ook één die om actie vroeg! Het moest eruit komen anders stond hij gewoon een kwaliteit achter!

Wim Hoffenaar kreeg zijn rustige avond niet. Zijn tegenstander speelde alles of niets en presteerde het om pardoes met zijn dame voor de kale koning van Wim op te duiken. Wel ten koste van een tweede stuk, maar in het kielzog daarvan konden veel pionnetjes worden meegenomen. Kortom, problemen te over voor Wim.

Gelukkig had Pim zijn stelling tot matproporties weten uit te breiden. Om mat te voorkomen moest zijn tegenstander een paard geven. Dat hielp natuurlijk niet echt, waardoor Pim het genoegen mocht smaken van een overwinning. Prima maar, naast Pim zat Bert zijn prachtige stelling vakkundig om zeep te helpen door een rekenfout en nu zou het dus spannend kunnen worden. Stand: 2-2.

Terug naar de borden 3 & 4. Het lukte Wim om, na lang zweten, zijn toren te activeren op de g-lijn, zodat de vijandelijke witte dame haar positie rond de zwarte koning moest prijsgeven. Dat gaf de doorslag in deze partij. De winst tekende zich hier af en geen remise-aanbod van wit bracht hier verandering in. Wim, eentje voor het karakter!

Inmiddels was het 23:45 en speelde zich een thriller af op bord 3. Paul miste een directe winstcombinatie, één die de zwarte koning zou hebben omgelegd en juist die koning koos nu het ruime sop. Paul had, om de winst te vinden, al zijn tijd opgesoupeerd, en moest zijn partij uitvluggeren. Zijn tegenstander had zeeën van tijd waardoor Paul, super geconcentreerd en letterlijk met de haren overeind, in de tijd van zijn tegenstander de stelling moest beoordelen. Maar de stelling werd precair, de drukstelling verzakte, de geofferde kwaliteit werd een vol stuk. De schaakjes die Paul over het bord uitstrooide dreigden langzaam op te drogen. Er waren geen velden meer. En dan stond ook de koning van Paul “achter de paaltjes”, in een open stelling waardoor de tegenstander telkens mat in 1 dreigde uit te voeren.

Werd het 3-3 of toch 4-2 voor ons, wellicht eeuwig schaak? Paul hoefde al lange tijd niet meer te noteren en sprokkelde met a-tempo-zetten weer twee minuten bij elkaar. Hij vond telkens de juiste schaakjes. Maar steeds ook doemde de dreiging op dat de zwarte koning een veilige haven zou vinden waardoor Paul mat zou gaan. Maar wat is die Mathot een koele schaker! Hij slingerde en passant er nog een paar schaakjes tussendoor. Zijn tegenstander werd op dat moment geteisterd door twijfel en bracht de koning naar een veld waarop Mathot ook zijn toren schaakjes kon laten geven. Daar doemde plotseling rust op en hoewel zijn tegenstander een dame, toren en een paard rondom de koning had staan lukte het Paul de koning los te weken en met zijn dame en toren de vijandige koning alle velden af te nemen. Terwijl Paul nog naarstig op zoek was naar het volgende schaakje, was er reeds mat geconstateerd: 4-2.

Wat een geweldig resultaat! En dat doet ons in deze dagen verlangen naar meer.

Chess Soc. Zandvoort / Jopen 3 1526 S.V. Het Spaarne 2 1636 2 4
1. Fons Jonkers 1518 Paul Ruber 2014 0 1
2. Eric Alferink 1735 Joost Jansen 1755 1 0
3. Thomas van Beekum 1747 Paul Mathot 1644 0 1
4. Henk Bierman 1421 Wim Hoffenaar 1517 0 1
5. Tim Nijman 1407 Pim Abbestee 1516 0 1

Donkere wolken overschaduwen Het Spaarne 2 Ronde 2: S.V. Het Spaarne 2 - De Uil 3 : 1½ - 4½

23 november 2014 (door Paul Neering)
Vorige week donderdag was de tweede externe wedstrijd tussen Het Spaarne en De Uil. Vol goede moed en met gezonde spanning traden wij De Uil 2 tegemoet. Qua rating zijn we torenhoog favoriet en ondanks waarschuwingen De Uil niet te onderschatten gebeurde het volgende.

Natuurlijk was het een gemis dat Arun boven China een tussenstop moest maken, waardoor deze moest worden vervangen door Robert Balm. Robert, met een hernieuwde rating van 1485, deed wat hij moest doen. Met een stuk meer in het eindspel won hij bijna zijn partij, maar zijn tegenstander Peter de Haas (1533) wist de dreigende problemen om de nul onder ogen te zien net te vermijden en ontsnapte met remise.

Op bord 5 speelde Pim Abbestee met wit tegen Peter Kaptein (1346). Pim, met 150 rating punten meer, speelde lange tijd met een volle pion meer maar wist uiteindelijk geen winst te behalen. Nogmaals een remise. Dus moest Wim Hoffenaar op bord 4 tegen Peter van Bakel (1514) als eerste een verschil in ons voordeel proberen te maken. Wim had een prima stelling, maar in tijdnood verzandde ook hier de florissante stelling in remise waardoor de tussenstand van 1.5-1.5 op het scorebord stond.

Het langsgaan van de borden liet zien dat het goed ging, met een overwinning aanstaande. Maar een tussenstand waarin het nog steeds gelijk stond. Om gek van te worden.

Op bord 3 belandde Paul Mathot in een Wolga gambiet. Het was niet de bedoeling van Paul om deze opening op het bord te krijgen en had dan ook de pech dat zijn tegenstander Sander van Delden (1514) vaker met de Wolga Bijl had gehakt. In eerste instantie had Paul een goede stelling, die inderdaad zijn tegenstander een “beentje probeerde te lichten”. Maar daarvoor moest echter doortastend worden opgetreden. Enige aarzeling van Paul zorgde ervoor dat hij niet de pion terug won maar één extra moest geven. Professioneel maakte zijn tegenstander het af, met een voorsprong van 1.5-2.5 voor De Uil als gevolg.

Ondanks dat de eerste twee borden goed tot zeer goed hebben gestaan, ging zowel de partij van Joost Jansen tegen Rob Warmerdam (1697) op bord 2 als de partij van Paul Ruber op bord 1 tegen Marcel Bolhuis (1670) verloren. Waardoor de donkere wolken zich samen trokken, met als einduitslag 1.5-4.5.

Natuurlijk zijn er weer volop kansen tegen de Jopen te Zandvoort op vrijdag 28 november. Maar om deze te pakken zal ik als team captain ervoor moeten zorgen dat alle koppen weer fris en helder zijn.

S.V. Het Spaarne 2 1655 De Uil 3 1546
1. Paul Ruber 2014 Marcel Bolhuis 1670 0 1
2. Joost Jansen 1755 Rob Warmerdam 1697 0 1
3. Paul Mathot 1644 Sander van Delden 1518 0 1
4. Wim Hoffenaar 1517 Peter van Bakel 1514 ½ ½
5. Pim Abbestee 1516 Peter Kaptein 1346 ½ ½
6. Robert Balm 1485 Peter de Haas 1533 ½ ½

Met mes en vork Ronde 1: S.C. Aalsmeer 3 - S.V. Het Spaarne 2 : 4 - 2

25 oktober 2014 (door Paul Neering)
Afgelopen donderdag was ’t Spaarne 2 opgetogen vertrokken naar Kudelstaart, klaar om de Aalsmeerse Schaakvereniging te laten zien dat wij waren gekomen voor de overwinning.


De messen waren geslepen om de tegenstanders met de vork te verorberen.

De kersverse non-playing captain Paul Neering gaf vooraf een inspirerende toespraak waardoor onze mannen super geconcentreerd achter het bord plaats namen.

Op bord 1 natuurlijk Paul Ruber (2014), die het op moest nemen tegen Arie Spaargaren (1657). Na een half uur had Paul een dikke pion voorsprong en speelde de partij rustig, beheerst en via gezond positiespel uit. Punt voor ’t Spaarne.

Op bord 2 onze man uit Deventer, Joost Jansen (1755), die niet van zo ver gereden komt voor een half punt. Dus vol erin tegen dhr. Gerard Verlaan (1541), die zijn witte stukken keurig volgens de regels van “hoe een gezonde stelling moet worden opgesteld” de zwarte storm in toom moest houden. Joost kwam niet echt lekker tot ontwikkeling en had kleine problemen in het centrum waarin wit de eerste keuze had. Toen Joost een tijdelijke (?!) ongedekte toren in stelling trachten te brengen liet de tegenstander het centrum ontploffen, waardoor Joost na een uur denken een afwikkeling moest toestaan die weinig perspectief bood. Punt voor Aalsmeer.

Op bord 3 Paul Mathot (1644), die als tegenstander Hans Pot (1567) tegenover zich had. Over deze partij kan ik kort zijn. Paul speelde met verve, rokeerde lang en toen zijn tegenstander te passief speelde kwam g2-g4 in de stelling. Wit blaast de zwarte koningsstelling op, al had Paul hier nog wel zo’n 45 zetten voor nodig. Dus met geduld, maar uiteindelijk wel een punt voor ’t Spaarne.

Ook over bord 4 valt niet veel te vertellen. Wim Hoffenaar (1517) moest het opnemen tegen Gerrit Harting (1545), maar gaf een vol stuk vlak na de opening, waardoor Wim de hele partij tegen een onmogelijke achterstand aankeek. Het liep af zoals je het verwacht, een nul. Waarna een getergde Wim mij mededeelde dat de volgende tegenstander in de externe competitie beter niet tegen hem moet spelen: “gehakt maak ik ervan.”

En dan de partij op bord 5, Pim Abbestee (1516) tegen Arie van Dam (1528). Lange tijd was er een evenwicht, totdat Pim een vork toeliet. De kwaliteit bleek de doorslag te geven. Een wanhoopsoffer van Pim zorgde ervoor dat er nu een volle toren verschil op het bord stond. Waarop Pim de legendarische woorden “hij bekijkt het maar” uitsprak en vervolgens tot 24:00 uur het zich liet bewijzen. Het bewijs kwam er, met wederom een nul voor het ’t Spaarne.

Op bord 6 onze invaller Robert Balm (1485). Hij verkreeg een prachtige stelling met wit tegen dhr. Clemens Koster (1515), waardoor ik het punt zelf al begon te tellen. Maar toen Robert een vol stuk moest inleveren na een vreselijke blunder, tjsaa, is daarmee het eigenlijke verhaal al verteld. Robert speelde nog twee uur door, maar zonder resultaat en dus nog een nul erbij voor ’t Spaarne.

Conclusie: We waren scherp, gemotiveerd, gedreven en tot onze tanden toe gewapend maar we hebben wel terecht verloren. Met als eindstand: 4-2.

Natuurlijk gaan we ons beraden en komen we terug. Al dan niet na het doen van een hoogtestage voor de rode bloedlichaampjes, want onze volgende tegenstander moet het weten. We zijn er (weer) klaar voor.

S.C. Aalsmeer 3 1558 S.V. Het Spaarne 2 1655 4 2
1. Arie Spaargaren 1657 Paul Ruber 2014 0 1
2. Gerard Verlaan 1541 Joost Jansen 1755 1 0
3. Hans Pot 1567 Paul Mathot 1644 0 1
4. Gerrit Harting 1545 Wim Hoffenaar 1517 1 0
5. Arie van Dam 1528 Pim Abbestee 1516 1 0
6. Clemens Koster 1515 Robert Balm 1485 1 0

Het Spaarne 2 goed uit de startblokken Ronde 1: Hoofddorp - S.V. Het Spaarne 2 : 1½ - 6½

5 oktober 2013 (door Bert Bergshoeff)
In de eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen heeft Het Spaarne 2 uit tegen Hoofddorp een klinkende 6,5-1,5 overwinning behaald. Dit was een verrassend goed resultaat omdat uit het team van vorig seizoen vier spelers zijn doorgeschoven naar Het Spaarne 1 en er bovendien twee spelers verhinderd waren en vervangen moesten worden door invallers.

De twee invallers, Robert Balm en Marco Deurloo, zetten echter de toon door als eersten allebei hun partij te winnen. Marco deed dit op een mooie manier door, na z’n dame te hebben gegeven voor een toren en een licht stuk, de koning van de tegenstander te vangen in een matnet midden op het bord. Alleen al vanwege de publicatie van deze partij kijken we uit naar de verschijning van het eerstvolgende clubblad. Robert leek zwaar in de problemen te komen door een goed verdedigde pion op e3, maar slaagde erin veel zwaar materiaal af te ruilen, waarna zijn koning de indringer majestueus onder controle hield en zijn paard bleek in het eindspel veel sterker dan de loper aan de andere kant.

Paul Ruber behaalde op bord 1 een zeer solide remise en het volgende hele punt kwam van Paul Mathot, die zoals gebruikelijk veel tijd gebruikte, maar daarna ook zo veel materiaal won dat er geen houden meer aan was. Joost Jansen leek geforceerd een kwaliteit te moeten offeren, maar had alles goed uitgerekend en kreeg het offer met rente terug: 4,5-0,5 en de teamoverwinning was binnen. Loek Veenendaal liet nog zien dat hij zijn plaats in Het Spaarne 1 dubbel en dwars verdient. Het Spaarne 2 profiteert twee wedstrijden van zijn te lage rating mee en de eerste daarvan leverde dus een vol punt op. De laatste twee partijen, die van Wim Hoffenaar en Arun Karwal, leverden beiden een halfje op.

Mooi resultaat, vijf winnaars en drie remises. Het is niet te verwachten dat we gaan meedoen om het kampioenschap, maar deze punten zitten alvast in de zak. Eind oktober de eerste thuiswedstrijd, tegen het sterke De Uil 2.

Hoofddorp 1697 S.V. Het Spaarne 2 1673
1. Wim van der Schoor 1769 Paul Ruber 1956 ½ ½
2. Gerard Roos 1788 Joost Jansen 1769 0 1
3. Jan Los 1783 Loek Veenendaal 1645 0 1
4. Michiel Wilts 1692 Arun Karwal 1853 ½ ½
5. Erik Vos 1660 Robert Balm 1459 0 1
6. Raymond van Bommel 1571 Marco Deurloo 1517 0 1
7. M.S.A. Kroonstadt Paul Mathot 1616 0 1
8. John van Santen 1618 Wim Hoffenaar 1573 ½ ½