Spanning en sensatie op een maandagavond in Hoofddorp. Hoofddorp N1 - Het Spaarne N1 4-4 (verslag van Paul Neering)

Wat een avond afgelopen maandag. Het was spanning en sensatie!
Twee invallers (detweepauls) omdat Colleen (rug) en Sander (inspanning) hadden aangegeven niet te kunnen spelen.
Dus het eerste bord voor Paul Ruber die liever op de bank thuis had gezeten maar door de teamcaptain met zachte hand naar Hoofddorp werd geduwd. Speelde tegen een jonge sterke kerel Chenwu Zhu (2003) Volgens Paul zat daar een sterke 2200 speler tegenover hem en na een kleine onnauwkeurigheid met de witte stukken, er netjes vanaf werd geschoven. Lange tijd na de partij dacht Paul nog na over hoe de avond zou zijn verlopen als ie lekker thuis zou zijn gebleven.
Op bord twee speelde Loek Veenendaal een partij met veel energie. Met zwart een stukoffer plegen en met de pionnen proberen zwaarder materiaal terug te winnen faalde, maar remise stemde toch tot tevredenheid al speelde Loek in een remise stelling nog lang door. Tegenstander Darryl Paalvast (zonder rating) maakte geen fouten en speelde correct en foutloos.
Op bord drie onze Aad de Bruijn, tjonge wat een speler. Tegen Willem Hensbergen (1884) die  voor Aad een oude bekende is waar hij afgelopen vrijdag in het Voges Toernooi, na vele omwegen, nog een remise speelde. Maar niet deze avond! Vol overgave streden beide combattanten voor de winst. Willem pakte wat pionnen maar daarvoor kwam wel zijn koning op de tocht te staan. En hoe Aad de Bruijn daarvan profiteert grenst aan mijn voorstelling vermogens. Geforceerd mat in 8 met vaste hand uitgevoerd. Natuurlijk  drukte ik na afloop mijn microfoon onder de neus van Aad voor commentaar. Ja, wel goed gespeeld en aardig van Willem om zich mat te laten zetten was zijn bescheiden reactie.
Maar met bovenstaande is pas de helft beschreven met hetgeen wat gebeurde op bord 4. Daar speelde Leo Littel met zwart tegen Pjotr van Nie (1768). Okay … de tegenstander stond na het middenspel een stuk voor en Leo had daarvoor  een puntige aanval met een open koningsstelling van wit en een gevaarlijk C pion. Bij goed spel van wit zag het er slecht uit voor Leo maar hij vond telkens een dreiging waar zijn tegenstander behoorlijk nerveus van werd. Overigens, ook Leo super onrustig achter het bord. Maar tijdnood doet rare dingen met de schaker en zo ook in deze partij. Pjotr kon de juiste voortzetting niet vinden, overzag in deze  tijdnood fase  ook een eenvoudige afruil van zijn loper voor de vrijpion waardoor hij met een pion meer het eindspel in kon gaan. Allemaal waar, maar het was toch Leo die telkens met een toverzet de dreiging erin hield en een belangrijk punt binnen sleepte. Is hier, na Frans Arp, een nieuwe tovenaar geboren? Dat was de vraag waar op de terugreis lang over werd na gesproken.
De eerste 4 borden heb ik voor een deel ( einde van deze partijen)  kunnen volgen. Dit omdat de lage borden al vroeg klaar waren. Inclusief mijn eigen partij waar ik veel tijd verbruikte zodat ik geen tijd had om van bord 5, 6 en 7 een beeld te krijgen. Ik volsta met wat ik heb gehoord van mijn teamgenoten met kort commentaar. Op bord 5 Jan Vos die er niet aan te pas kwam. Verdiend verloren, mijn tegenstander bleek beter vanavond was zijn reactie.  Op bord 6 Keimpe Knijft. tegen Michiel Wilts (1581), daar bleef alles in evenwicht en op verzoek van Keimpe werd er redelijk snel besloten tot remise. En op bord 6 had onze Joost zijn dag niet. Helemaal uit Deventer gekomen en dan na 2.5 uur spelen een 0 te incasseren tegen Wim van der Schoor (1525) voelt niet lekker. Gelukkig heeft ook Joost het spektakel mogen zien van bord 3 & 4 waardoor de reis niet geheel voor niets was.
Tenslotte mijn eigen partij op bord 8. Met zwart tegen Leo Paalvast. De vader van de speler van bord 2 Darryl. En ook rating loos. Op het laatste moment toegevoegd aan de selectie van Hoofddorp. Beiden Paalvasten spelen pas korte tijd voor deze club. Daar zullen ze blij mee zijn in Hoofddorp. Leo Paalvast had al 55 jaar niet meer geschaakt en tegen zo’n talent  was ik gekoppeld. Lange tijd gelijk op in een soort rare Benko opening. Beide spelers kansen maar na een lastige foute beoordeling van de stelling van mijn tegenstander kon ik de partij toch nog redelijk eenvoudig naar me toe trekken.
En dus 4 – 4  eind goed al goed. We hebben ons gehandhaafd in de 1e klasse NHSB met nog drie rondes te gaan.. Al met al een knappe prestatie.
Paul Neering

Hoofddorp N1 – Het Spaarne N1

Bord 1 8733846 Chenwu Zhu (2003) – 7159229 Paul Ruber (1941) 1 – 0
Bord 2 9035334 Darryl Paalvast () – 8190402 Loek Veenendaal (1899) ½ – ½
Bord 3 6570663 Willem Hensbergen (1884) – 6625839 Aad de Bruijn (1824) 0 – 1
Bord 4 7949524 Pjotr van Nie (1768) – 7383398 Leo Littel (1787) 0 – 1
Bord 5 7378690 Ben de Leur (1848) – 7185651 Jan Vos (1793) 1 – 0
Bord 6 7245601 Michiel Wilts (1581) – 7037591 Keimpe Knijft (1726) ½ – ½
Bord 7 7978014 Wim van der Schoor (1525) – 7001335 Joost Jansen (1660) 1 – 0
Bord 8 9029064 Leo Paalvast () – 6286236 Paul Neering (1619) 0 – 1
Gemiddelde rating: 1768 Gemiddelde rating: 1781
Totaal 4 – 4
Wedstrijdleider Ben de Leur

Eerste team veilig in eerste klasse Aris de Heer N1 - Het Spaarne N1 3½-4½

Een week na de prettige avond in Nieuw-Vennep was er maandag opnieuw een team dat een uitwedstrijd speelde, dit keer het eerste team en wel tegen Aris de Heer.

Aris de Heer speelt in Middenbeemster, een eindje weg, maar prima per bus te bereiken. Bus 305 rijdt in 35 minuten via Amsterdam-Noord, Ilpendam, Purmerend en Zuidoostbeemster van het Centraal Station in Amsterdam naar Middenbeemster en stopt daar voor de deur van het Cultureel Centrum Onder de Linden, waar de schaakclub zijn thuiswedstrijden speelt. En terug gaat de bus ook, laat op de avond zelfs nog elk half uur.

Cultureel Centrum Onder de Linden klinkt groots en het kan zijn dat ik niet het hele gebouw gezien heb, maar het zaaltje waar gespeeld werd was ongeveer van de omvang van een van de zijzaaltjes in de Laan van Berlijn. (Hé, dat is de connectie: Unter den Linden en wij spelen op de Laan van Berlijn!) Geeft niets, voor schaken is niet veel nodig, de ruimte is uitstekend geschikt, de bar kan zelf bediend worden, alleen een analyseplek buiten de speelzaal zou nog fijn zijn. Dat er in Middenbeemster ook echt aan cultuur gedaan wordt was wel te zien aan de tafelopstelling: bord 3 t/m 6 zaten op een soort podium (een opstapje van zeg 30 cm), de hoogste en laagste twee borden op “publieksniveau”.

Na vorig jaar op het nippertje aan degradatie te zijn ontsnapt waren we dit seizoen met overwinningen op Volendam en De Uil veel beter gestart en voorafgaand aan deze wedstrijd stonden we met vijf matchpunten redelijk veilig. Maar Aris de Heer was met twee matchpunten een directe concurrent en om het niet op de laatste wedstrijd te laten aankomen konden we met minimaal een gelijkspel het klassebehoud defintief zeker stellen.

Het voordeel van toeschouwer zijn is dat je het eerste uur gewoon kunt overslaan, want toen ik binnenkwam waren er op de meeste borden nog hooguit een paar pionnen geruild. Bij Jan Vos ging daarna in hoog tempo al het zware materiaal van het bord en volgde een logisch remise-aanbod. Omdat ik de enige vrij rondlopende clubgenoot was vroeg Jan aan mij wat te doen en ik adviseerde hem even met zijn captain, Frans Arp, te overleggen, ook al zat deze zwaar in de denktank. Maar nog voordat we verdere actie ondernamen werden we door een fanatieke tegenstander al erop gewezen dat we volgens de competitieregels niet over het remisebod mochten overleggen. Nou, daar had hij helemaal gelijk in en in feite hadden we dat ook nog niet gedaan. Jan besloot vervolgens zelf maar even de stand op de andere borden te bekijken en nam daarna het aanbod aan, ½-½. (Dat zou ik hem ook geadviseerd hebben, haha!)

Op die andere borden zag het er intussen erg goed uit voor Frans Arp en Sander Schilthuizen. Frans had met zwart de torens verdubbeld op de h-lijn, waar de witte pion al was geslagen, en de gerokeerde koning kwam daardoor zwaar onder vuur, ook al omdat de aanval ondersteund werd door de dame over de diagonaal a6-f1. Sander, met wit, gaf met een loper op h6 continu druk op de zwarte koningsstelling en de andere loper, op g2, belemmerde de natuurlijke ontwikkeling van de stukken van zijn tegenstander danig. Twee prachtige clubbladwaardige partijen die beide gewonnen werden.

Wie het echt zwaar had was Loek Veenendaal. Op bord 1 speelde hij tegen de superster van Aris en ik zag zwarte pionnen op f5, g4 en h4, netjes gedekt door de dame, op Loeks koning afkomen. Daarbij stond er een witte toren myterieus verdwaald op a4 tussen allerlei pionnen ogenschijnlijk weinig te doen. Maar Loek kan een potje schaken en een half uur later waren de dames en een stuk of wat pionnen geruild en zag het er weer hoopvol uit.

Van de partijen van Joost Jansen, Aad de Bruijn, Keimpe Knijft en Leo Littel had ik het idee dat de remise-marge de hele avond nauwelijks werd overschreden, al werd het bij Leo op het laatst nog even billen knijpen. Betere schakers (dan ik) moeten daar nog maar eens hun oordeel over vellen, feit is dat in de loop van het derde wedstrijduur op al die borden remise werd overeengekomen, in de regel zonder overleg met welke captain dan ook. Ja, wel door Joost hoor.

Bij bord 1 ontstond op een gegeven moment wat tumult en toen ik ging kijken zag ik dat Loek plotseling een stuk achter stond. Iets van “een gepende pion is een slechte verdediger” leek het op. Of het nou een kapitale blunder of een geforceerde combinatie was werd me niet duidelijk en dat hoor ik misschien nog wel een keer. Het was jammer voor Loek dat het zo eindigde, want hij had zich knap verdedigd, maar het stond de teamoverwinning niet in de weg: 3½-4½.

Het echte einde van Loeks partij heb ik niet meer meegemaakt, want de bus van half twaalf lonkte en daar had ik na weer een geslaagde avond toch ook wel zin in. Met zeven matchpunten staan we nu zo maar gedeeld tweede. Rare poule weer, ZSC Saende is met twaalf punten al lang en breed kampioen en wij staan daar nu met HWP en De Wijker Toren achter en daar kan Volendam morgen ook nog bij komen. Veilig, dat wel, en dat is een felicitatie aan het hele team waard!

Drama in Nieuw-Vennep De Vennep N1 - Het Spaarne N2 4-2

Op weg terug naar huis van een dagje in Voorburg ben ik gisteravond nog even uitgestapt in Nieuw-Vennep, waar ons tweede team een uitwedstrijd speelde tegen de koploper in klasse 2D. Ik heb er geen spijt van gehad, want het werd een opmerkelijke avond.

Bij binnenkomst, rond half 10, trof ik al meteen Paul Neering in de analyseruimte. Hij had snel verloren door een openingsfoutje. In de speelzaal waren de andere vijf partijen nog in evenwicht, de strijd kon beginnen. In de partij van Jeroen Loos ging korte tijd later een stuk verloren en ondanks agressief tegenspel lukte hem het niet om de kansen te doen keren; spoedig stond de tweede nul op het formulier.

Er ging nog meer fout, want ook Pim Abbestee kwam materiaal achter in een hopeloze stelling. Maar hij had zijn dame nog en speelde dus door. Paul Mathot was met een prachtige partij bezig en nadat eerst een paard en later een pion op f6 in de vijandelijke stelling boorde kwam de toren majestueus over de g-lijn binnen voor het betere sloopwerk; het punt leek aanstaande. Robert Balm speelde een nette geconcentreerde partij en had een gelijkwaardige stelling bij het ingaan van het eindspel. Jan Vos had het lastig met een aanval op zijn pionnen op de a- en b-lijn, verloor er één, maar kundig torenspel hield de kansen in leven.

Dit alles overwegende leek een kleine nederlaag op komst, maar dat veranderde door een dramatische ontwikkeling op bord 6. Ik stond er net even naar te kijken en zag dat Pim op de volgende zet een grappig paardvorkje op de koning en de dame had. Maar wit was nog aan zet en kon dat zo makkelijk voorkomen. Ik was al doorgelopen naar een volgend bord toen ik ineens een enorme kreun achter me hoorde: Pims tegenstander, het vorkje was niet voorkomen en hij zag het meteen. Er werd nog heel even doorgespeeld, maar Pim won, geheel onterecht, maar toch! 2-1.

Roberts partij was inmiddels in de echte slotfase gekomen: Robert een paard en vijf pionnen tegen een loper en vijf pionnen. Zelf heb ik dan liever het paard, maar de theorie zegt dat de loper sterker is. Het hangt van de stelling af natuurlijk, maar in dit geval bleek inderdaad de partij met de loper te winnen. Helaas, maar niet slecht gespeeld van Robert. 3-1.

Het enige probleem dat Paul nog had was de klok. Hij had een gewonnen stelling, maar was in zijn laatste twee minuten (tegenstander nog drie kwartier). Een paar kleine onnauwkeurigheden kostten een pion en plotseling was winst geen zekerheidje meer. Remise was wel in de pocket, maar dan moet je wel blijven zetten. En toen viel er een vlag, dramatisch einde van wat een mooie overwinning had moeten zijn. 4-1.

Jan was nog steeds aan het overleven en zijn opponent werd ook steeds zenuwachtiger. Ondanks twee verbonden vrijpionnen kon deze niet voorkomen dat Jan steeds schaakjes bleef geven en na een ondoordachte paardruil stond er ineens een onstuitbare witte pion op d6. Met een vertwijfelde klap op zijn voorhoofd gaf zwart al te kennen zich schromelijk vergist te hebben, maar toch vocht hij nog twintig zetten door tot ook de laatste remisekans verdwenen was. 4-2.

Dit was toch wel weer een ouderwets avondje schaken met dit keer helaas geen goede afloop voor ons, maar om te zeggen dat het saai was, nee! Overigens is De Vennep met deze overwinning zeker van de poulewinst en van promotie naar de 1e klasse. Gefeliciteerd!!

Van 3-1 achter naar winst.

Sommige lezers van de website vroegen zich af of het seizoen al begonnen is.
Jazeker en nou en of, het was alweer de negende clubavond gisteren en ook de KNSB-/NHSB-competities en het Kennemer Open zijn op stoom.
Tja, even een stukje tikken daarover is toch vaak net iets te veel gevraagd na weer een hectische avond of middag.
Maar eens zien of we dat kunnen verbeteren.

Gisteravond kreeg ons topteam Het Spaarne N1 bezoek van De Uil N2, de tweede wedstrijd in klasse 1B nadat eerder uit bij Volendam met 3½-4½ gewonnen was.
De (vele) confrontaties met De Uil zijn altijd boeiende wedstrijden, waarbij, het moet gezegd, wij vaak net aan het kortste eind trekken, maar deze keer niet.
Een tegenslag diende zich aan bij het begin van de avond, Loek meldde zich ziek. Nou hebben wij uitstekende vervangers achter de hand, dus probleemloos schoof Paul Neering in op de opengevallen plek en ook De Uil was niet in de sterkste opstelling, dus excuses bij een slechte afloop waren er niet.
Toch begonnen we hem behoorlijk te knijpen toen eerst Leo en Joost een halfje inleverden en Paul en Frans zelfs het volle punt.
Keimpe en Sander wonnen en trokken de stand weer gelijk en toen kwam het aan op Colleen en Aad.
Hun beider partijen waren inmiddels in de niet-meer-hoeven-te-noteren-fase aanbeland en de toeschouwers dromden samen om deze laatste twee borden.
Aad stond licht beter, maar zijn tegenstander had wel erg veel schaakjes, Colleen had twee torens voor een dame, leek nog van alles te kunnen worden.
Eind goed al goed, de torens van Colleen werkten perfect samen (4-3) en Aad bracht zijn koning het halve bord over naar de veilige velden en kon zo het beslissende halfje binnen tikken (4½-3½).
Handhaving in de eerste klasse is nu binnen handbereik, fantastisch, laat de volgende opponenten maar komen, om te beginnen over drie weken De Wijker Toren N2, weer op donderdag, maar dan uit.

Het Spaarne 1 – Kennemer Combinatie 3: 4,5-3,5 Promoveren? Nee, liever niet.

De eerste wedstrijd op een nieuwe locatie, en de laatste van het seizoen. De wedstrijd vond plaats in Heemstede, in een hybride van buurtcentrum en kinderdagverblijf te midden van robuuste bakstenen twee-onder-een-kap-woningen uit de jaren ’30, met lustig glas-in-lood. Het voelde een beetje als een uitwedstrijd. Niet qua sfeer, zeker niet. Ik was er nog nooit geweest. Goeie speelplek: je kunt in ieder geval uit ramen kijken, naar een speelplein waar een jonge vader voetbaltrucjes leert aan zijn zoon (of andersom?). Aan de muren hangen goed bedoelende schilderijen waarvan je denkt: zou ik dat aan de muur hebben willen hangen? Even over nadenken…

Goed, na de vorige wedstrijd tegen De Waagtoren 3 (4-4) doemde opeens promotie op naar de 3e klasse. Daaraan heb ik gistermiddag niet gedacht, en de anderen wellicht ook niet, wel aan het spelen van een lekkere partij. In de wedstrijd van gisteren werd er nipt gewonnen van Kennemer Combinatie 3 dat met enige invallers aantrad. Na afloop, gisteravond, toen ik thuis de website van de KNSB raadpleegde, dacht ik even dat promotie onvermijdelijk was, gelet op het aantal matchpunten (negen). Haha, nou, liever niet.

De score werd simultaan geopend aan bord 4 en bord 1. Teamcaptain Paul Neering bood tegenstandster Sacha Valster-Schiermeijer remise aan na een vluchtige blik op de andere borden. Juist op dat moment verloor eerstebordspeelster Colleen Otten zich in een tactisch slippertje dat een stuk kostte. Hieronder de korte partij, met commentaar van Colleen zelf.

 

 

Ach, het was natuurlijk een wedstrijd om de baard van de keizer, maar het valt niet mee als je als eerstebordspeelster voor even je haviksblik verliest. Paul zag na afloop van zijn partij dat hij een dikke plus had kunnen krijgen met e5-e6, Lf7-e6 en Tc5xd5. Pionwinst en zwart heeft daarna ook een toch wat verkrampte positie. Hij had spijt van zijn remise-aanbod.

 

 

Tegen een uur of vier was de strijd uitgedund tot drie borden. Vanaf mijn plek zag ik Robert Balm voor Combiteam KL2 een slechter eindspel verdedigen tegen een oud-leerling (Douwe Sternfeld). Het werd remise. Combiteam KL2 behaalde een klinkende overwinning op Caissa 5, mede dankzij zeges van Theo Kroon, Ewout Muller en Wim Hoffenaar, die losjes rondlopend even kon genieten van een gewonnen stand in een toreneindspel. Daarmee verdween het Combiteam echter niet van de laatste plaats in klasse 5E. Wel een lekkere overwinning aan het slot.

Eerder op de middag produceerde invaller Joost Jansen een geruisloze remise op bord 8, meer zat er niet in. Fer Mesman speelde een vlotte partij tegen Michiel Terwee (bord 6). Hij kwam met voordeel uit de opening – hoe Lc8 en Ta8 te ontwikkelen zonder materiaalverlies -, en toen de zwartspeler het even liet liggen (met Td5?!) won Fer een pion in een stelling die veel meer beloofde. Er verdwaalde een zwarte toren op de witte damevleugel waarna mat opdoemde. Er was een lichte hapering door gebrek aan tijd (33. Dg4 in plaats van het veel sterkere 33.De5) maar het matbeeld was er niet minder fraai om, helaas voor Michiel.

 

 

Frans Arp (bord 3) zat als een mastodont die van wanten weet – ik denk als een goedlachse herbivoor die ook wel van een goed bbq-hapje houdt (dus eigenlijk is hij een omnivoor) – achter het bord en zag zijn tegenstander, Frans van Casteren, een verkeerde keus maken waardoor Arp een dame overhield tegen een toren en een paard. Na een schaakje op d4 was verder weerstand bieden, hopen op de welbekende “vesting”, er niet meer bij voor de witspeler. Daarmee was Het Spaarne op voorsprong gekomen. Hieronder de partij met een belangrijk moment op zet 18 (notities Schill):

 

 

Plots werd de partij tussen Edward Scholtens en Aad de Bruijn op bord 2 remise. Aad zette de partij vanuit een gambiet mooi op, en toen kwam er een torenoffer op e6 (!). Hieronder de partij met kort commentaar van Aad.

 

 

Uw verslaggever speelde tegen Sybe Terwee op bord 5. We volgden tot ca. zet tien dezelfde opening als een maand of twee geleden (na een kwartier nadenken begon het mij te dagen). Met c5-c4 greep ik het initiatief om te profiteren van de ietwat ongelukkige positie van de witte dame. In een riante stellling ontglipte me echter een onnauwkeurigheid (concentratiegebrek door gemakzucht ingegeven, zoals wel vaker): 18. … Lxb2. Ik had de “terugzet” Da4-c2 overzien. Lxb2 was natuurlijk geen blunder, maar toch, zo’n blinde vlek voelt onaangenaam. Grappig is nog de variant die leidt tot een “bijna-mat”: 19 Dc2 Pe5 20. Dxb2 Pxf3+ 21. Kg2 (in de partij speelde wit Kh1) Dd5 (beter is Dxb2) 22. Dxb7 Lh3+ 23. Kxh3 Pg1+ 24. Kh4 Dh5mat. Uiteraard is Kxh3 niet verplicht.

 

 

Bleef over de partij van invaller Paul Mathot tegen jeugdspeelster Stella Honkoop (bord 7). Ze had onlangs furore gemaakt bij het NK Jeugd. Paul leek rondom de veertigste zet ook niet kansloos met verbonden vrijpionnen op de e- en f-lijn, anderzijds had de witspeelster een vervelende penning van een paard op g7 in het vizier. Ze wist, ondanks tijdnoodperikelen vlak voor de veertigste zet, het eindspel van torens en paarden naar zich toe te trekken. Eindstand 4.5-3,5.

Daarmee kwam Het Spaarne op negen matchpunten. Lang niet vertoond! Gefeliciteerd, maar die promotie zit er gelukkig niet in voor ons knoeiersteam. Daarvoor zijn we zo’n beetje de slechtste nummer twee uit de vierde klasse.

 

(Schill)

De Waagtoren 3 – Het Spaarne 1: 4 – 4 Goeiige knoeiers (zaterdag 23 april 2022)

Schaakclub De Waagtoren uit Alkmaar heeft sinds enige maanden een nieuwe speellocatie: wijkcentrum Overdie in het zuiden van de stad. Wederom speelde Spaarne 1 daardoor een uitwedstrijd in een jaren-60-wijk, of nou ja, een beetje jaren-70-wijk is Overdie ook, en als je goed kijkt is de wijk “ingebreid” en opgeleukt in de decennia daarna, zoals met dat nieuwe wijkcentrum, een gebouw dat zelfs op een zonnige zaterdag in april bruist van activiteit.

Het zou mij niet verbazen als er een verband is tussen “jaren-60-wijken” en “schaakwedstrijden” en daarom zou ik ervoor willen pleiten dat onze wedstrijdleider extern bij de bond erop gaat aandringen dat de indeling van de vierde klasse niet langer regionaal is, maar landelijk, zodat het mogelijk wordt dat er ook uitwedstrijden in Overvecht (Utrecht) en Escamp (Den Haag) plaats gaan vinden. Escamp is de parel onder de jaren-60-wijken, het kroonjuweel van het Nieuwe Bouwen, mooier dan de Bijlmer. (Een niet met een Nobelprijs bekroonde Haarlemse schrijver zou nu vanuit zijn graf kunnen kraaien: zo zie je maar weer, alles heeft met alles te maken.)

Goed, we kwamen daar om te schaken, niet om een voorliefde voor betonnen prefab bouwelementen en non-descript openbaar groen te botvieren. Misschien werd het daarom wel een gelijkspel, wederom, en geen overwinning. Nee, het was erger dan dat. Dankzij een late zege van Frans Arp werd een achterstand ongedaan gemaakt die eerder op de middag was opgelopen door nederlagen van teamcaptain Paul Neering en Aad de Bruijn.

Paul Neering (bord 5) veroverde in de opening een pion, maar de zwartspeler (Chaim Bookelman) kreeg daarvoor een voorsprong in ontwikkeling terug. Paul speelde die fase, late opening en vroeg middenspel, geconcentreerd. Toch ging er iets mis, ik heb niet gezien wat.

Eerder op de middag had Fer Mesman de score geopend. Zijn klok deed raar. Die bleef lopen als Fer die had ingedrukt. Hij had het pas na enige tijd door. Zijn tegenstander (Jawdat Adib) vond dat ongemakkelijk, ondanks een ruimhartige bijvulling in tijd van de wedstrijdleider (een uur, als ik me niet vergis), en bood remise aan.

Aad de Bruijn kreeg tegen Ruud Nieuwenhuis een ruige Franse stelling op het bord die op het oog een snufje gunstiger leek voor zwart. Er stond een witte pion op h7, anderzijds een zwarte collega op c3. De witte koningsvleugel leek vleugellam en pion h7 stond op vallen. Toen ik opkeek van mijn bord was de zwarte dame plotseling van het bord verdwenen in ruil voor een toren en stond er een zwarte pion op b2 die echter spoedig zou worden weggesnoept door een witte loper. Had Aad zich verrekend? Nou ja, de witspeler maakte de partij uit met een schijnoffer op b7 en Aad schudde hem de hand.

Zo keek Het Spaarne tegen een achterstand aan van twee punten. Op de overgebleven borden stonden stellingen die de objectieve toeschouwer niet als veelbelovend zou omschrijven, eerder als remise-achtig, of met weinig goede muziek erin.

Uw verslaggever kreeg op bord 3 weinig voordeel uit de opening. Daarin koos hij voor een pionnencentrum c3-d4-e4. De zwartspeler zette druk op pion d4, ofschoon er een bijna kreupel paard stond op c7, en niet op c6. Dat paard kon wegspringen naar b5 en lonken naar die centrumpion op d4, en naar veld c3. Wat te doen? Een pion op a4 zetten, zoals de engine na afloop ongegeneerd aangaf? Nee, niet gedaan. Er volgde dameruil en een remiseaanbod van mijn kant op een moment dat het initiatief naar de zwarte kant dreigde te kantelen. De zwartspeler (Bert Buitink) wilde nog even een paar zetten doen, hopend dat zijn meerderheid op de damevleugel gevaarlijker zou worden dan de witte meerderheid in het centrum. Met beheersing speelde ik het eindspel naar remise door herhaling van zetten. De zwarte pion op a4 kon ook zwak worden, er was geen doorkomen aan, voor zowel wit als zwart.

Yashin van Kesteren, die Paul Ruber verving, verkreeg op bord 7 met wit een Benoni-achtige stelling waarin zwart verkrampt kwam te staan door de onmogelijkheid van tegenspel op de damevleugel. Yashin liet het voordeel echter glippen, zoals hij na afloop liet zien, en plaatste een goed getimed remiseaanbod, dat met het oog op tijdgebrek door zijn tegenstander werd aanvaard.

Maar er kwam een ommekeer in de stand, gelukkig voor ons (ook al kan er geen team meer degraderen uit deze 4e klasse E, het is toch prettig punten te blijven sprokkelen, al was het maar om de eer, of om de wil iets uit een stelling te halen.)

Colleen Otten speelde moeizaam tegen Rob Freer op bord 1. Moeizaam was het zoeken naar enig voordeel of naar een aanknopingspunt voor een aanval tegen de zwarte koning, ondanks het bezit van een geïsoleerde pion op d4. Er verdwaalde een toren op h3 (in het kader van remise proberen te ontlopen door risico’s te nemen). Ze verbruikte veel tijd en zwart kwam allengs beter te staan, totdat de zwartspeler een lelijke zet ontglipte die pion e6 in een klap zwak maakte (f7-f5). Even later volgde een blunder. Colleen incasseerde het punt en de zwartspeler was om begrijpelijke redenen na afloop even niet aanspreekbaar.

Leo Littel speelde op bord 4 tegen Alex Albrecht. Hij kwam zonder veel problemen uit de opening. Echter, veel muziek was er voor beide kleuren niet uit de stelling te halen en toen er een lopereindspel op het bord stond werd er ondanks een remiseaanbod van Leo nog even doorgespeeld voordat de vredespijp werd aangestoken.

Tot slot: terwijl deze of gene zijn of haar partij in de analyseruimte onder de loep aan het nemen was, voerde Frans Arp zijn partij naar winst en trok daarmee de score gelukkig gelijk. In het middenspel meende zijn tegenstander (Max Hooijmans) twee inactieve lichte stukken te kunnen ruilen tegen een toren en nog een pion (of twee). Daardoor verwierf Frans het loperpaar dat in het eindspel een vrije d-pion bijna moeiteloos kon ondersteunen op weg naar promotie. Een witte toren kon niet al te veel uitrichten op de zevende rij. Frans wist de witspeler te dwingen om zijn toren te offeren tegen die d-pion en de “verkeerde” loper, waardoor de winst niet meer moeilijk was.

Derhalve: 4-4! Voor de vierde keer. Met zeven matchpunten op de derde plek, wat een weelde. Het is lange tijd geleden dat promotie lonkte (dat woord hoorde ik opduiken, zaterdag of in de dagen ervoor), maar dat gaat nooit gebeuren met Aartswoud als gedoodverfde kampioen. Het verschil met de nummer acht, Volendam, is slechts drie matchpunten, dat zegt al genoeg. En als we wel onverhoopt zouden promoveren, dan zouden we tegen beter weten in in een langdurige schaaklockdown moeten gaan, een lange zomer lang, aangemoedigd door gepassioneerde trainers. Maar dan nog, we zouden nog steeds niet zien waar de essentie ligt. We blijven knoeiers, maar wel goeiige knoeiers.

(Schill)