Veel drieën Ronde 1: S.V. Het Spaarne 3 - Krommenie 3: 3 - 3

16 oktober 2015 (door Bert Bergshoeff)
Het derde team is het seizoen begonnen met dezelfde instelling als vorig seizoen: op papier zijn we de mindere, maar laat het eerst maar zien. Robert, op bord 1, heeft die mentaliteit sowieso in elke partij die hij speelt en ik maakte me alleen even zorgen toen hij rond een uur of tien vroeg of hij remise mocht aanbieden. Dat mocht, maar het aanbod werd afgeslagen en daarna leek hij in grote problemen te komen. Uiteindelijk wist hij met goed spel toch het halfje binnen te halen.

Dat gelukte ook Frank (bord 2) en Gerda (bord 3). Beiden zijn door de wol geverfd en zeer goed in staat om spelers van het niveau 1600-1700 een lastige avond te bezorgen, hetgeen ook nu weer bleek. André (bord 4) had te maken met een ratingverschil van meer dan 500 in zijn nadeel, hield heel lang een gelijke stelling, maar moest uiteindelijk toch capituleren. Dat verlies werd goed gemaakt door Michiel (bord 5), die al vroeg in de partij een stuk won en het daarna solide uitschoof.

De laatste partij die nog bezig was was de partij van John op bord 6. John had materiaal geofferd en kreeg daar aanvalskansen voor terug, maar toen de brand geblust was resteerde een mindere stelling. John toonde echter veerkracht en na wisselende winstkansen resteerde een eindspel van loper tegen pion: remise. Daarmee kwam een einde aan een boeiende avond en beide teams waren tevreden met de deling van de punten. De volgende ronde is op vrijdag 13 november, uit in Zandvoort.

S.V. Het Spaarne 3 1333 Krommenie 3 1525 3 3
1. Robert Balm 1555 Kees Takken 1663 ½ ½
2. Frank Otten 1527 Leo Zuiver 1620 ½ ½
3. Gerda Schiermeier-Palm 1440 Ronald Kraakman 1640 ½ ½
4. Andre Fivet

900

Jan de Jong 1432 0 1
5. Michiel de Wolf Piet Borgdorff 1344 1 0
6. John Post 1244 Jean-Louis van Ollefen 1453 ½ ½

Fortuinlijke zege Spaarne 1 op Santpoort 2 Ronde 2: S.V. Het Spaarne 1 - Santpoort 2: 4½ - 3½

Ronde 2: S.V. Het Spaarne 1 – Santpoort 2: 4½ – 3½

11 oktober 2015 (door Sander Schilthuizen)
De tweede competitieronde in de NHSB-promotieklasse bracht het eerste team van Het Spaarne een gelukkige en minimale zege op de sympathieke tegenstanders uit het naburige Santpoort. Ging het twee weken geleden in Krommenie met een 4-3-achterstand helaas mis, nu werd een 4-3-voorsprong over de streep getrokken door een zwaarbevochten, doch ook fortuinlijke remise van Paul Neering op bord 7.

Eerder op de middag kwam Het Spaarne op voorsprong door zeges van Aad de Bruin (tegen Wim Gravemaker) en Leo Littel (tegen Dave Looijer). Opmerkelijk was dat Dave Looijer door zijn vlag ging. Zat hij zo in de stelling verzonken dat hij de klok en het gebrek aan tijd daarop vergeten was? Leo was in ieder geval redelijk tevreden over het partijverloop: met zwart wist hij zichzelf op de been te houden en in te spelen op genuanceerde witte manoeuvres. In de slotstelling stond hij allerminst verloren. De stelling was eerder dichtbij een evenwicht, aldus Leo. Aad, op bord 2, won een pion op f5, nadat tegenstander Gravemaker een fout beging met Db5, en wist het punt te verzilveren.

Tegenover deze twee zeges stond een nederlaag van Loek Veenendaal tegen Rob de Roode op bord 4. Een snelle blik op zijn stelling rond de klok van vieren gaf de indruk dat zijn vooruitzichten op een half of heel punt niet riant waren. Een goede overwinning voor De Roode lag in het verschiet en kwam uiteindelijk ook tot stand. Loek was na afloop allerminst te spreken over zijn spel. Misschien is dit een goed voedingsbodem voor herkansingen in november en de maanden daarna!

Frans Arp speelde op bord 5 een bekende theoretische variant waarin zwart een pion offert voor actief stukkenspel en kansen op koningsaanval. Die beide tijdelijke voordelen verdwenen echter in de loop van het middenspel en wat er overbleef was een inferieur eindspel met een kreupel zwart paard op b7, een actieve witte loper op de lange diagonaal (h1-a8) en een witte vrijpion op c5. Frans rechtte echter zijn rug en wist met nauwkeurig spel zijn stelling speelbaar te houden. Op zeker moment, vlak voor de tijdcontrole (met witspeler Kors in lichte tijdnood), versmaadde hij nog met schaak een pion op a2 te nemen, omdat de witte vrijpion, inmiddels op c6 aangeland, anders door zou lopen naar dame via de mooie wending Tc5 – Pxc5 – c7. In de analyse na afloop werd ook niet 1-2-3 een winstweg voor wit gevonden.

Ikzelf speelde op bord 6 met wit een ietwat moeizame opening tegen Stefan Fokkink. Op zet 7 waren er niet minder dan 4 kandidaatzetten in een opening die ik niet goed kende. Een keus maken kostte veel tijd. In een snel gespeelde fase tot de 20ste zet verwierf ik echter een aantal voordelen die kansen op winst beloofden (loperpaar, betere pionnenstructuur (een zwarte isolani), en een ietwat verzwakte zwarte damevleugel). Onder lichte tijdsdruk en met een overgang naar een voordelig toreneindspel op komst besloot ik de zetten even te herhalen. Mijn tegenstander claimde vervolgens remise, ofschoon – naar ik later begreep van wedstrijdleider Jansen – de manier waarop mij niet verplichtte het aanbod te aanvaarden.

Enfin, de remise was teleurstellend doch niet zo erg en zo rond de klok van vijven tekende zich de volgende situatie af: een voorsprong van 3-2 voor Het Spaarne met nog drie borden in de race.

Op bord 1 speelde Colleen Otten met zwart een solide partij tegen Martijn de Roode. Als ik het me goed herinner werd er op wits damevleugel een a-pion gesnackt. Een resultante van een en ander was een toreneindspel met twee vrije randpionnen voor Colleen dat zij nauwkeurig naar winst speelde, ofschoon de witspeler nog veel tijd spendeerde om een weg naar remise te vinden. Derhalve een mooie revanche voor de sneue nederlaag tegen Cor van Dongen van twee weken geleden.

Fer Mesman, op bord 8, verslikte zich in het vroege middenspel en moest een stuk geven. Op wilskracht speelde hij door, maar de zwartspeler (Gijsbert de Bock), liet zich niet van de wijs brengen en incasseerde het punt.

Bij een 4-3-stand bleef de partij tussen de talentvolle Mick Mulder en Paul Neering over. Door het overzien van een kleine tactische truc had Paul in het middenspel een belangrijke pion verloren. Met een mooi kwaliteitsoffer wist de witspeler aansluitend aan de onverwachte pionwinst nog een bos pionnen van zwart te veroveren. In een eindspel van toren en paard tegen loper en paard was er maar ėén partij die voor de winst kon gaan: wit! Paul kon alleen maar afwachten hoe wit zijn pionnenfront in het centrum stap voor stap naar voren bracht. Toch was een winstweg niet makkelijk zichtbaar en mede onder de druk van de klok koerste wit uiteindelijk bewust op remise aan. Daarmee was Paul matchwinner geworden, voelde de remise als een overwinning, en smaakte de Leffe na afloop goed.

S.V. Het Spaarne 1899 Santpoort 2 1847
1. Colleen Otten 2083 Martijn de Roode 2076 1 0
2. Aad de Bruijn 1926 Wim Gravemaker 1878 1 0
3. Leo Littel 1954 Dave Looijer 2034 1 0
4. Loek Veenendaal 1939 Rob de Roode 1793 0 1
5. Frans Arp 1968 Hans Kors 1959 ½ ½
6. Sander Schilthuizen 1871 Stefan Fokkink 1834 ½ ½
7. Paul Neering 1737 Mick Mulder 1566 ½ ½
8. Fer Mesman 1716 Gijsbert de Bock 1637 0 1

Behoorlijk seizoenslot: gedeelde vijfde plaats in de Promotieklasse Ronde 9: S.V. Het Spaarne 1 - Heerhugowaard 1: 3½ - 4½

30 april 2015 (door Rob de Haan)
Bevrijd van alle degradatiezorgen kon ons eerste team in de laatste ronde vrijuit schaken en zelfs proberen om op de tweede plaats beslag te leggen. Als dat lukte zou terugkeer naar de landelijke competitie (bijna) een feit zijn. Maar dan moest wel alles meezitten (en eerlijk gezegd: we zouden het dan volgend seizoen erg moeilijk krijgen). Er waren nog vier andere kapers op de kust, van wie De Waagtoren 3 aan een gelijkspel tegen Kijk Uit misschien al genoeg zou hebben om de andere af te troeven. De kampioen was al bekend: Het Witte Paard uit Zaandijk (dat ook de laatste wedstrijd, tegen Santpoort 2 won). Het al gedegradeerde Caïssa-Eenhoorn 3, dat dit keer verloor van Aalsmeer, verleende gastvrijheid om alle wedstrijden in één zaal te spelen.

Naar Hoorn dus, en dit keer zonder invallers. Trouwens, er was steeds al geen reden voor klagen over de opkomst van de opgestelde spelers: de teamspirit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan een geslaagd seizoen. In de openingstoespraak van de vervangend competitieleider werden de belangen van de vijf (!) teams die om de tweede promotieplaats gingen spelen vermeld. Het tekent de geringe krachtverschillen in deze klasse, hoewel op rating toch duidelijk upper- en underdogs te onderscheiden waren. Dat dit niet alles zegt, blijkt vooral uit de wanprestatie van Kijk Uit (IJmuiden). Op papier had het een sterke ploeg, maar pas toen het te laat was, kwam het enigszins op stoom. Helaas hoorde ons team toen bij de slachtoffers; het was die zeldzame keer dat we twee invallers moesten opstellen.

Met zes wedstrijdpunten uit de vier laatste wedstrijden moet Kijk Uit nu toch degraderen. Ondanks het protest dat ze hebben ingediend tegen de uitslag in deze laatste ronde tegen De Waagtoren 3, dat met 4½-3½ werd verslagen. Het is logischer dat ook de laatstgenoemde ploeg een protest heeft ingediend, want dat team loopt de tweede plaats mis; als de uitslag ongewijzigd blijft. Over de oorzaak van de protesten is veel (amusants) te vinden op de website van De Waagtoren! Kanshebber Krommenie werd door Z.S.C. Saende 2 duidelijk teruggewezen en Heerhugowaard bleek voor ons toch net iets te sterk, al is de krappe nederlaag (3½-4½) wel een groot verschil met de 0-8 uitslag van vorig jaar. De twee winnende ploegen haalden zo in totaal evenveel matchpunten binnen, maar de ploeg uit Zaandam meer bordpunten. Daarvoor mogen ze ons dus bedanken. De Waagtoren kan nog roet in het eten gooien, als via het protest van de nederlaag een overwinning wordt gemaakt.

Ook tegen Heerhugowaard speelde Aad de Bruijn aan het eerste bord zijn licht dubieuze lijfopening, waarmee hij zo weinig successen boekt. Dennis Keetman toonde weer eens aan dat zwart in een moeilijke positie komt. Met een paardoffer brak hij in het middenspel door de wel erg magere verdedigingslinie, waarna Aad moest opgeven. Op dat moment waren er al twee uitslagen, aan de borden 7 en 8.
Paul Neering (zwart op 7) kreeg het Vierpaardenspel tegen en gaf door de ruil van zijn e-pion tegen d4 zijn centrum op. Hij kwam op de ongelukkige gedachte zijn toren via e8-e5 het vrije veld in te sturen. Waarop wit al snel de kwaliteit kon incasseren. Paul speelde onverdroten door. Tenslotte gaf wit de kwaliteit terug om zo een gewonnen eindspel te bereiken (0-1).
In mijn partij, die ik onverwacht (en dus niet zo goed voorbereid) met wit mocht spelen, werd door beide partijen nogal moeizaam gemanoeuvreerd en verdween in twintig zetten slechts één pion van het bord. De bijna vastgelopen stelling bood waarschijnlijk gelijke kansen en de beschikbare tijd was al zeer geslonken. Toen Piet Konijn mij remise voorstelde zag ik – ook gezien de goede positie van met name Frans en diens “nihil obstat” – geen reden om het voorstel af te wijzen. Achteraf vraag ik me toch af of ik niet meer risico had moeten nemen!

Een poosje later, het stond al ½-2½, nam ook Leo Littel genoegen met remise: hij had met zwart geen voordeel bereikt. En Frans (bord 4), die met een pluspion het toreneindspel was ingegaan, slaagde er evenmin in om een vol punt te scoren; zijn tegenstander doorzag alle trucjes (1½-3½). Loek Veenendaal (wit, op 2) won eerst een pion, maar moest die in het eindspel van zijn paard tegen loper, en wederzijds pionnen op beide vleugels, teruggeven, waarna een gevoelig pionneneindspel ontstond. Zwart dacht dit makkelijk te kunnen winnen en dwong ook als eerste promotie af, maar Loek promoveerde direct daarop met schaak. Het leek dat hij toen zelfs in het voordeel was, maar dat was schijn. Remise dus, na harde strijd tegen een sterke tegenstander.
Sander Schilthuizen (5), opnieuw met zwart, speelde geduldig en leek ook al op remise af te stevenen, toen zijn jeugdige tegenstander hem plotseling gelegenheid bood een kwaliteit te winnen. Even later kon dat voordeel zelfs worden omgezet in stukwinst, zij het tegen een pion. In zo’n situatie is de winst niet ver af en Sander had niet veel moeite om dit te bewijzen (3-4). Helaas slaagde Fer Mesman (wit op 6) er niet in om door een overwinning de stand gelijk te trekken. Hoe zijn partij verliep is mij ontgaan, maar op zeker moment bleek de strijdbijl begraven.

Zo eindigden we dus met een nipte nederlaag (3½-4½). Jammer, maar geen schande en ook zonder consequenties. Slechts drie besliste partijen, maar in de vijf andere werd toch ook hard gevochten: we hielden er geen slecht gevoel aan over. Het is wel duidelijk: als de ambitie is om volgend seizoen alsnog te promoveren, dan zal ons team sterker moeten worden. Frans en Loek hebben de meeste bordpunten aangedragen. De prestatie van Loek, op gemiddeld bord 3, mag hoog worden aangeslagen: hij is dit jaar sterker geworden, heeft een echte wedstrijdmentaliteit. Leo speelde dit seizoen niet zo goed. Daarin zit wellicht al de ruimte voor verbetering. En ook de schaaktraining die Sander en Paul volgen zouden in de nabije toekomst hun vruchten moeten afwerpen.

S.V. Het Spaarne 1824 Heerhugowaard 1864
1. Aad de Bruijn 1966 Dennis Keetman 2027 0 1
2. Loek Veenendaal 1745 Piet de Haas 2038 ½ ½
3. Leo Littel 1871 Johan Wester 1876 ½ ½
4. Frans Arp 2002 Gerrit van Oostrum 1939 ½ ½
5. Sander Schilthuizen 1858 Kasper van der Meulen 1641 1 0
6. Fer Mesman 1715 Hans de Jong 1790 ½ ½
7. Paul Neering 1704 Oscar van Ewijk 1801 0 1
8. Rob de Haan 1731 Piet Konijn 1802 ½ ½

Forse en nuttige overwinning van Het Spaarne 1 op Aalsmeer 1 Ronde 8: S.C. Aalsmeer 1 - S.V. Het Spaarne 1: 2 - 6

16 april 2015 (door Rob de Haan)
Alles zat mee, op 11 april, in het pittoreske Kudelstaart. S.C. Aalsmeer trad aan met drie invallers, ons team had maar één invaller nodig (desondanks was de gemiddelde rating van de “thuis”spelers alsnog 40 elopunten hoger dan die van hun tegenstanders). En heel belangrijk: wij van Het Spaarne hadden wat wielrenners noemen “moraal”! Het doel was om minstens nog één matchpunt binnen te halen en zo het degradatiegevaar af te wenden. Twee van de sterkere spelers van Aalsmeer ontbraken in de opstelling en dat wreekte zich. De drie invallers van het team mochten allen met wit spelen.

Aad de Bruijn, met wit op het eerste bord, opende gewoontegetrouw heel scherp, maar trof in Willem Hensbergen een tegenstander die er even hard tegen in ging. Zo zagen we al vrij snel een wit paard op a8 en een zwart paard op h1 in een open stelling waarin stukken hingen of gepend werden. Een duel op buigen of barsten. Na een aantal nauwkeurige zetten haalde Aad het punt vrij snel binnen.

Frans Arp op bord 3 kreeg niet veel kans om zijn combinatietalent te etaleren, maar kwam wel in positioneel voordeel, dat ook hij zonder veel moeite kon verzilveren.
Fer Mesman (bord 5) kreeg het veel moeilijker en speelde een lange partij. Eerst leek er niet veel aan de hand. Fer behield lange tijd zijn pluspion in het hem voorgeschotelde Wolgagambiet, maar toen hij een winstpoging ging doen, raakte hij niet alleen die pion kwijt maar ook nog een tweede. Gelukkig stond zijn koning in het toreneindspel zo gunstig dat zijn tegenstander (bepaald niet de zwakste) het remisevoorstel wel moest accepteren.

Onze vierde witspeler, Paul Neering op bord 6, probeerde wel iets, maar ging niet echt tot het gaatje en sloot al vrij snel vrede met Bosman. Hetzelfde gebeurde tussen de twee ongeveer even sterke invallers, Paul Mathot en Hugo Jansen op bord 8. Halverwege de wedstrijd stond ons team door deze twee remises en de zeges van Aad en Frans al met 3-1 voor. Loek, Sander, Fer en ondergetekende dienden nu deze voorsprong te behouden en liefst uit te bouwen.

Loek Veenendaal, op bord 2, moest met zwart optornen tegen Theo Hendriks, een boven 2000-er. Dat ging hem goed af, tot een wat mindere positionele zet de partij liet kantelen. In de tijdnoodfase raakte Theo op een zeker moment het initiatief kwijt, daarna de draad en tenslotte moest hij tot vrijwel ieders verbazing zich met de nederlaag verzoenen. Loek speelt een heel sterk seizoen! (4-1)
Sander kreeg te maken met invaller Jan Brugge die zich bepaald niet gewillig naar de slachtbank liet leiden. Hij kreeg onder opoffering van een kwaliteit een mooie stelling met gevaarlijke pionnen op de damevleugel en Sander moest al zijn verdedigingskunsten aanwenden. Ook dit lukte echter, sterker het leek er even op dat hij in het voordeel zou komen, maar dat was schijn. Remise dus, net als bij Fer, en de stand was nu 5-2.

Tenslotte dan mijn partij tegen invaller Koen Beentjes. Na de opening begon een lang manoevreren, waarbij ik eerst het initiatief kon overnemen en daarna duidelijk beter kwam te staan. Ik investeerde daarin echter veel tijd, waardoor mijn laatste zetten voor de tijdcontrole (bij zet 40) niet zo best waren. Koen pakte een kwaliteit, maar ik had in mijn loperpaar nog wel enige compensatie. Op zet 42 ontsnapte aan Koen een verleidelijke maar positioneel zwakke zet, die mij in staat stelde om een gevaarlijke koningsaanval te ensceneren. Die sloeg verrassend snel door: op zet 50 stond wit voor mat of dameverlies en moest capituleren. Einduitslag 6-2 voor Het Spaarne!

S.C. Aalsmeer 1835 S.V. Het Spaarne 1795 2 6
1. Willem Hensbergen 2039 Aad de Bruijn 1966 0 1
2. Theo Hendriks 2013 Loek Veenendaal 1745 0 1
3. Rik Konst 1992 Frans Arp 2002 0 1
4. Jan Brugge 1748 Sander Schilthuizen 1858 ½ ½
5. Michiel Spook 1803 Fer Mesman 1715 ½ ½
6. Koen Beentjes 1693 Rob de Haan 1731 0 1
7. Evert Jan Bosman 1757 Paul Neering 1704 ½ ½
8. Hugo Jansen 1641 Paul Mathot 1644 ½ ½

Spannend, spannend… Ronde 7: S.V. Het Spaarne 1 - De Waagtoren 3: 4 - 4

25 maart 2015 (door Rob de Haan)
Het is 21 maart 2015, half zes in de middag. In de mooie kleine zaal van het Denksportcentrum zijn zes teams bijna uitgeschaakt, maar drie partijen zijn nog gaande. Het eerste team van de Kennemer Combinatie, dat naar de Meesterklasse wil terugkeren, staat tegen Sopsweps ’29 al met 7-2 voor; alleen Tea Lanchava is nu nog bezig. Ze probeert (vergeefs) remise te bereiken. Een eind verderop denkt Wouter Roggeveen na over zijn volgende zet. Later blijkt hij de tweede speler van KC 2 die een Wijker Toren weet te slopen. Behalve eerste bordspeler Hugo Gorissen hebben de andere ploeggenoten de koning moeten omleggen. Niet ver daar vandaan speelt zich een drama af op het tweede bord van de wedstrijd tussen Het Spaarne en het derde team van De Waagtoren (Alkmaar). Het staat 4-3 voor de bezoekers en Loek Veenendaal lijkt voor de onmogelijke taak te staan om alsnog gelijk te maken.

Zijn tegenstander, Piet Pover (1876) ziet er vervaarlijk uit, gesierd met een snor en twee gespierde armen vol tatoeages. Toch is Loek duidelijk niet onder de indruk. Het is een wisselvallige partij: onze witspeler leek lang in de aanval te zullen winnen, maar zwart werkte zich los en zeilde het eindspel in, waarin hij nu weliswaar een kwaliteit achter staat, maar een paar pionnen meer heeft. Aan kiebitzers is geen gebrek. Aan remise heeft De Waagtoren genoeg voor de overwinning.

Dat blijkt uit psychologisch oogpunt geen voordeel, want zwart gaat nu in het defensief tegen de opmars van een vrijpion van wit. Maar de witte toren staat ongunstig, voor de pion, en de zwarte koning is in de buurt, dus misschien kan Pover beter zijn eigen vrijpionnen in beweging zetten? Hij biedt echter remise aan, wat Loek gelukkig van de hand wijst. Daardoor misschien wat geïrriteerd, trapt Piet nu met open ogen in de “stap-3-val” die Loek heeft opgezet: Zwart slaat de vrijpion, maar die is indirect gedekt, want nu komen koning en loper van zwart op één lijn te staan. Zodat Loek via een schaakje deze raadsheer inrekent. Zwart capituleert onmiddellijk: het is duidelijk dat zijn vrijpionnen geen partij zouden zijn voor de toren van wit. Het is 4-4! Dat ene wedstrijdpunt heeft ons team hard nodig, want het degradatiegevaar is zelfs nu nog niet helemaal geweken.

Wat was in deze wedstrijd eerder gebeurd? Ik beperk me tot wat oppervlakkige indrukken per speler.

Aad de Bruijn (bord 1, zwart) speelde stroef. Na menige zet besefte hij dat het zeker niet de beste was. En dat leidde dan ook tot een eenzijdige partij waarin wit vrij soepel de winst binnenhaalde.
Leo Littel (bord 3, zwart) koos voor de Meraner, waarop wit de agressieve Botwinnik-variant inzette en vervolgens een stukoffer bracht dat misschien niet correct was, maar wel degelijk kansen bood. De verwikkelingen kostten Leo heel veel tijd en misschien daardoor was hij tenslotte niet opgewassen tegen de opmars van wit in het centrum.

Frans Arp (op 4, wit) offerde enkele pionnen en kreeg daarvoor voldoende compensatie, maar tenslotte niet het beslissende voordeel dat hij wenste. Hij moest in het toreneindspel in remise berusten.
Sander Schilthuizen (5, zwart) lukte het niet om helemaal te egaliseren. Wel kon hij echter alle winstpogingen van wit afweren: remise.

Fer Mesman (6, wit) speelde tegen Gerrit Lemmen, ook al een kleurrijke figuur met volle witte baard en honkbalpet. Fer rokeerde lang en wist op de damevleugel groot voordeel te behalen. Zwart ruilde zijn torens tegen de witte dame, die ook nog door een extra loper en enkele pionnen werd bijgestaan. Gerrit probeerde toen via eeuwig schaak tot remise te komen, maar Fer wist heel geduldig de vis op het droge te krijgen.

Zelf had ik met zwart (op 7) gemakkelijk gelijk spel gekregen. Maar het materiaal was toen al wel erg uitgedund, zodat van voordeel geen sprake meer kon zijn. Al na twee uur spelen werd daarom de vrede getekend.
Tenslotte Paul Neering op 8. Zoals vaak ging hij vol in de aanval, maar geregeld gaat het dan ineens niet meer verder. Althans, zo lijkt het achter en soms ook naast het bord. Ook nu was bij Paul de twijfel binnengeslopen en leek het hem wijs om het halve ei te verkiezen boven een eventuele lege dop.

Kijk Uit boekte deze zaterdag zijn tweede overwinning, ten koste van Caïssa-Eenhoorn 3, dat degradatie nauwelijks meer kan ontlopen. Aan kop van de Promotieklasse gaat nu Het Witte Paard uit Zaandijk, dat 4 matchpunten los is van de achtervolging. Het Spaarne staat zesde, maar voelt toch wat hete adem in de nek. Op 11 april staan de belangrijke wedstrijden van Kijk Uit tegen Santpoort 2 en van Aalsmeer tegen Het Spaarne op het programma. Kijk Uit heeft de beste papieren (veel bordpunten!). Merkwaardig is dat ons team verloor van de hekkensluiters en het juist aardig goed deed tegen de nu hoger geplaatsten. Voor Heerhugowaard (net als wij met 7 matchpunten), dat in ronde 8 tegen de nummer twee speelt en in de slotronde tegen ons team, zal dit een waarschuwing inhouden.

S.V. Het Spaarne 1824 De Waagtoren 3 1825 4 4
1. Aad de Bruijn 1966 Leonard Haakman 1872 0 1
2. Loek Veenendaal 1745 Piet Pover 1876 1 0
3. Leo Littel 1871 Alex Albrecht 1814 0 1
4. Frans Arp 2002 Ruud Nieuwenhuis 1817 ½ ½
5. Sander Schilthuizen 1858 Leendert Hartgers 1828 ½ ½
6. Fer Mesman 1715 Gerrit Lemmen 1825 1 0
7. Rob de Haan 1731 David Baanstra 1778 ½ ½
8. Paul Neering 1704 Albert van der Meiden 1791 ½ ½

Het Spaarne bekert verder Ronde 2: De Pionier - S.V. Het Spaarne : ½ - 3½

8 maart 2015 (door Sander Schilthuizen)
Uit het niets leek Loek Veenendaal op te doemen in de donkerte vlak voor Haarlem CS, als in een ietwat bruin geworden kleurenfilm uit 1950. Hij had een trein gemist en zijn telefoon niet bij zich. Zijn late komst woelde de gedachte op hoe stipt ik was op zijn leeftijd. Niet veel beter denk ik. Loeks verstrooidheid is meestentijds aandoenlijk.

Waar ging het om? Om de bekerwedstrijd tegen schaakclub De Pionier uit Abbekerk. Volgens de teamcaptain van Abbekerk, Arnold Velthuis, was deze 5e maart 2015 een gedenkwaardige dag, omdat voor het eerst in de clubgeschiedenis een ronde verder kon worden gebekerd.

De entourage was verbluffend en charmant tegelijk. We zaten met onze ruggen naar vrijblijvend biljartende dames, op de kop van de bar een groepje donderdagavonddrinkers waarvan de man tegen één van de jongere vrouwen wist te melden dat de seks op een gegeven moment wel behoorlijk schuren ging. Toch? Uit de speakers klonken belegen hits uit de jaren ’80: George Michael met dat dieptrieste nummer waarin hij helemaal in het wit in een witte kamer een voorbije liefde bezingt. Dit lied was ooit modern en werd nu zomaar weer tot leven gebracht in uitspanning Het nieuwe Bonte Paard te Abbekerk, terwijl 8 schakers zich probeerden te concentreren op een niet onbelangrijke bekerwedstrijd (nou ja, belangrijk?). In zo’n entourage kunnen de blunders als goedaardige gremlins uit de lucht komen vallen. Een beetje strenge FIDE-arbiter had zo’n speelveld zonder aarzeling afgekeurd. Er was nog een schuifwand die halverwege de avond half dicht ging, dat wel.

Tegen die tijd had was mijn partij tegen (Gerco Stapel) al afgelopen. In een opening waarvan ik na 10 zetten al spijt had (te weinig dynamiek) meende ik een pion te kunnen winnen. De pion bleek onbedoeld een beetje giftig, ook al stond hij niet op b2. Ik durfde verder niet meer met water te gooien, ook al lieten de gremlins zich nog niet zien. Wit kreeg flinke compensatie en een niet benutte kans om de pion met veel activiteit terug te winnen. Na een onnauwkeurigheid van mijn kant was het remise-aanbod van mijn tegenstander welgemikt.

Aad de Bruijn probeerde een minuscuul voordeeltje, het bezit van een open d-lijn, uit te buiten. Dat lukte niet helemaal, maar uiteindelijk slaagde hij mede door de krappe tijd van zijn tegenstander (de talentvolle Toine Molenaar) erin een verre vrijpion te maken. Dat was beslissend.

Paul Neering ging voortvarend van start tegen Arnold Velthuis door zijn damevleugel voor even onontwikkeld te houden en met een toren op h6 en een dame op h5 mat te dreigen tegen de witte koning op h1. Het mat kon alleen worden afgewend door de verzwakking g2-g4 en samen met de ongecoördineerde stand van wits stukken was dat voldoende om het volle punt binnen te slepen.

Loek Veenendaal was als laatste bezig. Hij bouwde een dynamische stelling op met een voor zwart knellende pion op e5 die eventueel kansen gaf op een koningsaanval. Een onnauwkeurig (h2-h4) deed de stelling kantelen. De zwartspeler (Lukas Boots), niet meer gezegend met veel speelminuten, duwde zijn achtergebleven d-pion achteloos op het controleveld d4 en toen besefte Loek dat het nog een zware strijd kon worden waarin alleen zwart winstkansen had. Desalniettemin wist Loek in een eindspel zijn torens dermate actief neer te zetten dat een geofferde pion zich met rente terugbetaalde. Een truc leverde even later nog torenwinst op en toen liet de zwartspeler zich bewijzen dat zijn kale koning kansloos was tegen de witte toren.

De sfeer in Abbekerk bracht nog een vertederende glimlach op onze lippen toen we ons ver na het middernachtelijk uur langs de haventerreinen van Amsterdam-West huiswaarts spoedden. Het was in ieder geval geen smadelijke zeperd geworden.

 

 

De Pionier 1638 S.V. Het Spaarne 1818 ½
1. Toine Molenaar 1502 Aad de Bruijn 1966 0 1
2. Gerco Stapel 1790 Sander Schilthuizen 1858 ½ ½
3. Lukas Boots 1681 Loek Veenendaal 1745 0 1
4. Arnold Velthuis 1580 Paul Neering 1704 0 1