One of those days Magnus 2 - Combiteam Spaarne / Heemstede 1-7

Bewolkt was het afgelopen zaterdag, redelijk aangenaam om zonder jas af te reizen naar Schagen. Omdat we het afgelopen seizoen zijn gepromoveerd mogen we het weer gaan proberen in de 5e klasse van de KNSB. Providercheck.nl Magnus II, een schaakvereniging met een onmogelijke naam (:)), was onze tegenstander.  Ons Combiteam bestaat uit spelers van twee clubs (Het Spaarne en Heemstede) aangevuld met Jan Koopman uit Wormer, geharde spelers die hun sporen hebben verdiend. Twee seizoenen geleden zijn we keihard gedegradeerd uit die 5e klasse, nu met enig fortuin teruggekeerd.

Maar toch.

Op de heenweg merkte een speler van een hoger bord op dat we hopelijk niet met 8-0 ten onder zouden gaan. Dan te bedenken dat de teamcaptain, uw verslaggever, nog niet had gemeld dat wij ons in een underdogpositie bevonden. Ik had de indruk dat de meeste spelers geen idee hadden welke kopstukken tegenover hen zouden plaatsnemen. Dus het grootste deel van ons team zag de wedstrijd met niet gering optimisme tegemoet en we vervolgden onze saaie rit naar de kop van Noord-Holland via de A9. Het moge inmiddels duidelijk zijn: op elk bord hadden wij een kleine 200 ratingpunten minder te bieden dan onze tegenstanders en dat voedde bovenstaande gedachten.

Bij binnenkomst troffen we een zaal met gemoedelijke, vriendelijke mensen, waar ook het eerste van Providercheck.nl Magnus zou gaan spelen, weliswaar op een kleine verhoging, maar toen ik IM Bosboom daarop zag lopen vond ik dat wel terecht. Wij zijn nog niet zo ver :).

Bij aanvang van de partijen kwam nog de opmerking van een plaatselijk notabel dat na de partij het wellicht leuk zou zijn om het vernieuwde centrum in Schagen onveilig te maken. Ik bedacht dat, na onze nederlaag, er weinig tot geen animo zou bestaan om daar dan te gaan feesten.

Precies om 13.00 uur werden de klokken ingedrukt en relaxt werden de eerste zetten uitgevoerd. Omdat uw reporter een voor hem bekende opening op het bord kreeg, was er genoeg tijd om te gaan kijken hoe mijn teamgenoten zich ieder door de openingen zouden slaan. Uiteraard nog veel te vroeg voor conclusies maar tijdens mijn regelmatige bezoekjes aan de borden kwam het besef dat bijna iedereen goed uit de startblokken was gekomen. Alleen Robert Balm (bord 6) stond minder. Daarom sloop de gedachte binnen dat we wellicht een matchpunt zouden kunnen binnenhalen. Echter, ook ik wist dat pas na 16.00 uur de meeste partijen pas echt beslist zouden worden, dus was het zaak af te wachten en te blijven kijken naar de ontwikkelingen op de borden.

Het was heerlijk om te zien dat de al eerder genoemde Jan Koopman, met wit en met een flinke dosis opportunisme, de zwarte stelling in zijn greep hield: de zwartveldige loper van zijn tegenstander kon zich niet ontwikkelen en daarmee blonk er ook geen rokade in het vooruitzicht…. dus veelbelovend voor Jan.

En dan plots stond Henk Post tegenover me….. gewonnen! Jawel, onze man uit Heemstede op bord 8 stond beter en na tweeënhalf uur spelen kwam hij een kwaliteit voor. Slechts een half uur later had Henk het volle punt al binnen. Geweldige speler die Henk en ik kon ons eerste punt van deze competitie, en van deze match, noteren.

Nog steeds hadden mijn teamgenoten goede stellingen, op die van Robert Balm na. Hij stond nu twee pionnen achter zonder compensatie. Kan verkeren. Op bord 1 speelde Theo Kroon een goede partij tegen David de Visser. Niet spectaculair, maar met wat ruimtevoordeel ontstond er een eindspel met loper/paard/koning plus een zestal pionnen aan beide zijden. Na goed spel van Theo bleek dit eindspel gewonnen en konden de Zweedse gehaktballetjes worden geserveerd! Wat een begin en dat voor 16.00…. zou het dan toch?

Jazeker!! Jan Koopman, op bord 3, verzilverde zijn gewonnen stand en bracht de tussenstand naar 0-3. Gezien mijn eigen partij op bord 5 en de volle pion meer op bord 4 van onze nieuwe speler Sybe Terwee dreigde er een sensatie aan te komen. Op bord 2 speelde Martin Zegstroo (ook al een nieuwe man in ons team)  een moeilijke partij tegen de teamcaptain van Magnus (Jan-Pjotr Komen). Martin stond wat beter maar na een verkeerde gekozen variant, zoals hij achteraf zei, kwamen er ongelijke lopers op het bord. En ik dacht, dat is op zijn minst remise! Wat het uiteindelijk ook werd (0.5-3.5).

Nadat ik ook mijn partij tot winst kon schuiven was de buit binnen. Winst gepakt door het Combiteam tegen een veel sterker geachte tegenstander.

Onze enige wat onervaren speler Joren Braakhuis speelde op bord 7. Na een gelijk opgaande strijd offerde hij een kwaliteit om opkomende druk te vermijden en nam en passant twee pionnen mee. Onder tijdsdruk kwamen er van zijn tegenstander (Eric Bos) niet de beste zetten op het bord waardoor ook Joren zijn partij won. Inmiddels stond Robert Balm (bord 6) echt verloren met wat rommelkansjes en een kleine dreigend valletje. En u voelt het al aan komen: zijn tegenstander Herman maakte een enorme blunder waarna ook Robert het volle punt kon bijschrijven. Wel gaf Robert toe dat ie had gezwijnd. Maar hij glunderde daarbij van oor tot oor.

Toen was er nog één partij aan de gang: van Sybe Terwee op bord 4. Die stond een pion voor, maar in het middenspel bleek dat zijn tegenstander (Jos Hendriks) meer dan voldoende compensatie had gekregen. Na 4,5 uur spelen kwam een dame-eindspel op het bord met een pion minder voor Sybe. Echter, alles zat deze middag mee. Ook deze partij eindigde in remise waardoor er een eindstand ontstond van 1–7, zes partijen winst, twee remises.

En toen gingen we het centrum in, de bloemetjes buiten zetten en uitbundig onze zege vieren. Uiteraard. De middenstand te Schagen was zeer tevreden over ons. Want we realiseerden ons wel … dit was …. One of those days…..

Paul Neering

Magnus II

Rating

Combi

Rating

1947

 

1895

0 – 1

 

1930

 

1768

½ – ½

 

1800

1592

0 – 1

1768

 

1583

½ – ½

1773

 

1617

0 – 1

1835

1426

0 – 1

1600

1373

0 – 1

1499

1431

0 – 1

 

Gemiddelde Ratin

1769

 

Gemiddelde Rating:

 

1586

 

 

1-7

 

 

Het Spaarne 1 – Kennemer Combinatie 3: 4,5-3,5 Promoveren? Nee, liever niet.

De eerste wedstrijd op een nieuwe locatie, en de laatste van het seizoen. De wedstrijd vond plaats in Heemstede, in een hybride van buurtcentrum en kinderdagverblijf te midden van robuuste bakstenen twee-onder-een-kap-woningen uit de jaren ’30, met lustig glas-in-lood. Het voelde een beetje als een uitwedstrijd. Niet qua sfeer, zeker niet. Ik was er nog nooit geweest. Goeie speelplek: je kunt in ieder geval uit ramen kijken, naar een speelplein waar een jonge vader voetbaltrucjes leert aan zijn zoon (of andersom?). Aan de muren hangen goed bedoelende schilderijen waarvan je denkt: zou ik dat aan de muur hebben willen hangen? Even over nadenken…

Goed, na de vorige wedstrijd tegen De Waagtoren 3 (4-4) doemde opeens promotie op naar de 3e klasse. Daaraan heb ik gistermiddag niet gedacht, en de anderen wellicht ook niet, wel aan het spelen van een lekkere partij. In de wedstrijd van gisteren werd er nipt gewonnen van Kennemer Combinatie 3 dat met enige invallers aantrad. Na afloop, gisteravond, toen ik thuis de website van de KNSB raadpleegde, dacht ik even dat promotie onvermijdelijk was, gelet op het aantal matchpunten (negen). Haha, nou, liever niet.

De score werd simultaan geopend aan bord 4 en bord 1. Teamcaptain Paul Neering bood tegenstandster Sacha Valster-Schiermeijer remise aan na een vluchtige blik op de andere borden. Juist op dat moment verloor eerstebordspeelster Colleen Otten zich in een tactisch slippertje dat een stuk kostte. Hieronder de korte partij, met commentaar van Colleen zelf.

 

 

Ach, het was natuurlijk een wedstrijd om de baard van de keizer, maar het valt niet mee als je als eerstebordspeelster voor even je haviksblik verliest. Paul zag na afloop van zijn partij dat hij een dikke plus had kunnen krijgen met e5-e6, Lf7-e6 en Tc5xd5. Pionwinst en zwart heeft daarna ook een toch wat verkrampte positie. Hij had spijt van zijn remise-aanbod.

 

 

Tegen een uur of vier was de strijd uitgedund tot drie borden. Vanaf mijn plek zag ik Robert Balm voor Combiteam KL2 een slechter eindspel verdedigen tegen een oud-leerling (Douwe Sternfeld). Het werd remise. Combiteam KL2 behaalde een klinkende overwinning op Caissa 5, mede dankzij zeges van Theo Kroon, Ewout Muller en Wim Hoffenaar, die losjes rondlopend even kon genieten van een gewonnen stand in een toreneindspel. Daarmee verdween het Combiteam echter niet van de laatste plaats in klasse 5E. Wel een lekkere overwinning aan het slot.

Eerder op de middag produceerde invaller Joost Jansen een geruisloze remise op bord 8, meer zat er niet in. Fer Mesman speelde een vlotte partij tegen Michiel Terwee (bord 6). Hij kwam met voordeel uit de opening – hoe Lc8 en Ta8 te ontwikkelen zonder materiaalverlies -, en toen de zwartspeler het even liet liggen (met Td5?!) won Fer een pion in een stelling die veel meer beloofde. Er verdwaalde een zwarte toren op de witte damevleugel waarna mat opdoemde. Er was een lichte hapering door gebrek aan tijd (33. Dg4 in plaats van het veel sterkere 33.De5) maar het matbeeld was er niet minder fraai om, helaas voor Michiel.

 

 

Frans Arp (bord 3) zat als een mastodont die van wanten weet – ik denk als een goedlachse herbivoor die ook wel van een goed bbq-hapje houdt (dus eigenlijk is hij een omnivoor) – achter het bord en zag zijn tegenstander, Frans van Casteren, een verkeerde keus maken waardoor Arp een dame overhield tegen een toren en een paard. Na een schaakje op d4 was verder weerstand bieden, hopen op de welbekende “vesting”, er niet meer bij voor de witspeler. Daarmee was Het Spaarne op voorsprong gekomen. Hieronder de partij met een belangrijk moment op zet 18 (notities Schill):

 

 

Plots werd de partij tussen Edward Scholtens en Aad de Bruijn op bord 2 remise. Aad zette de partij vanuit een gambiet mooi op, en toen kwam er een torenoffer op e6 (!). Hieronder de partij met kort commentaar van Aad.

 

 

Uw verslaggever speelde tegen Sybe Terwee op bord 5. We volgden tot ca. zet tien dezelfde opening als een maand of twee geleden (na een kwartier nadenken begon het mij te dagen). Met c5-c4 greep ik het initiatief om te profiteren van de ietwat ongelukkige positie van de witte dame. In een riante stellling ontglipte me echter een onnauwkeurigheid (concentratiegebrek door gemakzucht ingegeven, zoals wel vaker): 18. … Lxb2. Ik had de “terugzet” Da4-c2 overzien. Lxb2 was natuurlijk geen blunder, maar toch, zo’n blinde vlek voelt onaangenaam. Grappig is nog de variant die leidt tot een “bijna-mat”: 19 Dc2 Pe5 20. Dxb2 Pxf3+ 21. Kg2 (in de partij speelde wit Kh1) Dd5 (beter is Dxb2) 22. Dxb7 Lh3+ 23. Kxh3 Pg1+ 24. Kh4 Dh5mat. Uiteraard is Kxh3 niet verplicht.

 

 

Bleef over de partij van invaller Paul Mathot tegen jeugdspeelster Stella Honkoop (bord 7). Ze had onlangs furore gemaakt bij het NK Jeugd. Paul leek rondom de veertigste zet ook niet kansloos met verbonden vrijpionnen op de e- en f-lijn, anderzijds had de witspeelster een vervelende penning van een paard op g7 in het vizier. Ze wist, ondanks tijdnoodperikelen vlak voor de veertigste zet, het eindspel van torens en paarden naar zich toe te trekken. Eindstand 4.5-3,5.

Daarmee kwam Het Spaarne op negen matchpunten. Lang niet vertoond! Gefeliciteerd, maar die promotie zit er gelukkig niet in voor ons knoeiersteam. Daarvoor zijn we zo’n beetje de slechtste nummer twee uit de vierde klasse.

 

(Schill)

De Waagtoren 3 – Het Spaarne 1: 4 – 4 Goeiige knoeiers (zaterdag 23 april 2022)

Schaakclub De Waagtoren uit Alkmaar heeft sinds enige maanden een nieuwe speellocatie: wijkcentrum Overdie in het zuiden van de stad. Wederom speelde Spaarne 1 daardoor een uitwedstrijd in een jaren-60-wijk, of nou ja, een beetje jaren-70-wijk is Overdie ook, en als je goed kijkt is de wijk “ingebreid” en opgeleukt in de decennia daarna, zoals met dat nieuwe wijkcentrum, een gebouw dat zelfs op een zonnige zaterdag in april bruist van activiteit.

Het zou mij niet verbazen als er een verband is tussen “jaren-60-wijken” en “schaakwedstrijden” en daarom zou ik ervoor willen pleiten dat onze wedstrijdleider extern bij de bond erop gaat aandringen dat de indeling van de vierde klasse niet langer regionaal is, maar landelijk, zodat het mogelijk wordt dat er ook uitwedstrijden in Overvecht (Utrecht) en Escamp (Den Haag) plaats gaan vinden. Escamp is de parel onder de jaren-60-wijken, het kroonjuweel van het Nieuwe Bouwen, mooier dan de Bijlmer. (Een niet met een Nobelprijs bekroonde Haarlemse schrijver zou nu vanuit zijn graf kunnen kraaien: zo zie je maar weer, alles heeft met alles te maken.)

Goed, we kwamen daar om te schaken, niet om een voorliefde voor betonnen prefab bouwelementen en non-descript openbaar groen te botvieren. Misschien werd het daarom wel een gelijkspel, wederom, en geen overwinning. Nee, het was erger dan dat. Dankzij een late zege van Frans Arp werd een achterstand ongedaan gemaakt die eerder op de middag was opgelopen door nederlagen van teamcaptain Paul Neering en Aad de Bruijn.

Paul Neering (bord 5) veroverde in de opening een pion, maar de zwartspeler (Chaim Bookelman) kreeg daarvoor een voorsprong in ontwikkeling terug. Paul speelde die fase, late opening en vroeg middenspel, geconcentreerd. Toch ging er iets mis, ik heb niet gezien wat.

Eerder op de middag had Fer Mesman de score geopend. Zijn klok deed raar. Die bleef lopen als Fer die had ingedrukt. Hij had het pas na enige tijd door. Zijn tegenstander (Jawdat Adib) vond dat ongemakkelijk, ondanks een ruimhartige bijvulling in tijd van de wedstrijdleider (een uur, als ik me niet vergis), en bood remise aan.

Aad de Bruijn kreeg tegen Ruud Nieuwenhuis een ruige Franse stelling op het bord die op het oog een snufje gunstiger leek voor zwart. Er stond een witte pion op h7, anderzijds een zwarte collega op c3. De witte koningsvleugel leek vleugellam en pion h7 stond op vallen. Toen ik opkeek van mijn bord was de zwarte dame plotseling van het bord verdwenen in ruil voor een toren en stond er een zwarte pion op b2 die echter spoedig zou worden weggesnoept door een witte loper. Had Aad zich verrekend? Nou ja, de witspeler maakte de partij uit met een schijnoffer op b7 en Aad schudde hem de hand.

Zo keek Het Spaarne tegen een achterstand aan van twee punten. Op de overgebleven borden stonden stellingen die de objectieve toeschouwer niet als veelbelovend zou omschrijven, eerder als remise-achtig, of met weinig goede muziek erin.

Uw verslaggever kreeg op bord 3 weinig voordeel uit de opening. Daarin koos hij voor een pionnencentrum c3-d4-e4. De zwartspeler zette druk op pion d4, ofschoon er een bijna kreupel paard stond op c7, en niet op c6. Dat paard kon wegspringen naar b5 en lonken naar die centrumpion op d4, en naar veld c3. Wat te doen? Een pion op a4 zetten, zoals de engine na afloop ongegeneerd aangaf? Nee, niet gedaan. Er volgde dameruil en een remiseaanbod van mijn kant op een moment dat het initiatief naar de zwarte kant dreigde te kantelen. De zwartspeler (Bert Buitink) wilde nog even een paar zetten doen, hopend dat zijn meerderheid op de damevleugel gevaarlijker zou worden dan de witte meerderheid in het centrum. Met beheersing speelde ik het eindspel naar remise door herhaling van zetten. De zwarte pion op a4 kon ook zwak worden, er was geen doorkomen aan, voor zowel wit als zwart.

Yashin van Kesteren, die Paul Ruber verving, verkreeg op bord 7 met wit een Benoni-achtige stelling waarin zwart verkrampt kwam te staan door de onmogelijkheid van tegenspel op de damevleugel. Yashin liet het voordeel echter glippen, zoals hij na afloop liet zien, en plaatste een goed getimed remiseaanbod, dat met het oog op tijdgebrek door zijn tegenstander werd aanvaard.

Maar er kwam een ommekeer in de stand, gelukkig voor ons (ook al kan er geen team meer degraderen uit deze 4e klasse E, het is toch prettig punten te blijven sprokkelen, al was het maar om de eer, of om de wil iets uit een stelling te halen.)

Colleen Otten speelde moeizaam tegen Rob Freer op bord 1. Moeizaam was het zoeken naar enig voordeel of naar een aanknopingspunt voor een aanval tegen de zwarte koning, ondanks het bezit van een geïsoleerde pion op d4. Er verdwaalde een toren op h3 (in het kader van remise proberen te ontlopen door risico’s te nemen). Ze verbruikte veel tijd en zwart kwam allengs beter te staan, totdat de zwartspeler een lelijke zet ontglipte die pion e6 in een klap zwak maakte (f7-f5). Even later volgde een blunder. Colleen incasseerde het punt en de zwartspeler was om begrijpelijke redenen na afloop even niet aanspreekbaar.

Leo Littel speelde op bord 4 tegen Alex Albrecht. Hij kwam zonder veel problemen uit de opening. Echter, veel muziek was er voor beide kleuren niet uit de stelling te halen en toen er een lopereindspel op het bord stond werd er ondanks een remiseaanbod van Leo nog even doorgespeeld voordat de vredespijp werd aangestoken.

Tot slot: terwijl deze of gene zijn of haar partij in de analyseruimte onder de loep aan het nemen was, voerde Frans Arp zijn partij naar winst en trok daarmee de score gelukkig gelijk. In het middenspel meende zijn tegenstander (Max Hooijmans) twee inactieve lichte stukken te kunnen ruilen tegen een toren en nog een pion (of twee). Daardoor verwierf Frans het loperpaar dat in het eindspel een vrije d-pion bijna moeiteloos kon ondersteunen op weg naar promotie. Een witte toren kon niet al te veel uitrichten op de zevende rij. Frans wist de witspeler te dwingen om zijn toren te offeren tegen die d-pion en de “verkeerde” loper, waardoor de winst niet meer moeilijk was.

Derhalve: 4-4! Voor de vierde keer. Met zeven matchpunten op de derde plek, wat een weelde. Het is lange tijd geleden dat promotie lonkte (dat woord hoorde ik opduiken, zaterdag of in de dagen ervoor), maar dat gaat nooit gebeuren met Aartswoud als gedoodverfde kampioen. Het verschil met de nummer acht, Volendam, is slechts drie matchpunten, dat zegt al genoeg. En als we wel onverhoopt zouden promoveren, dan zouden we tegen beter weten in in een langdurige schaaklockdown moeten gaan, een lange zomer lang, aangemoedigd door gepassioneerde trainers. Maar dan nog, we zouden nog steeds niet zien waar de essentie ligt. We blijven knoeiers, maar wel goeiige knoeiers.

(Schill)