Spaarne N1 start met gezonde winst in klasse 1B Bloemendaal N2 - Het Spaarne N1 1.5 - 4.5.

Denksportcentrum. Als ik er langs rij, van de sportschool vandaan, denk ik vaak dat het een officiële term is, bedacht door het gemeentebestuur van Haarlem. Er was eens een goed idee: er moet een denksportcentrum komen om algehele mentale verloedering van de stadsbewoners te vermijden. De huidige eigenaren zitten dicht bij dat plan en weten wel een mooie locatie. Ze laten verbouwingsontwerpen zien: twee speelzalen voor bridgers, schakers en dammers. Een goede plek voor toiletten, en een speelruimte voor biljarters. En dan nog een bar. Langs het Spaarne. Wat wil je nog meer, als je je hersenraderen soepel wilt houden? Er zitten dan wel geen ramen in, maar die heb je ook helemaal niet nodig als je de binnenkanten van je schedel aan het bewandelen bent. Inderdaad, moet het bestuur hebben gedacht. Goed idee.

Het is al een tijd geleden dat uw verslaggever hier was. 2021? Denk het wel. Ik moest toen in een corona-editie van het Kennemer Open aantreden tegen de koploper: Marvin Dekker. Hij stond met 5 uit 5 bovenaan en zijn tegenstander kon door ziekte niet spelen. Wedstrijdleider Bergshoeff vroeg of ik wilde plaatsnemen op bord 1. Het is niet mijn gewoonte om mezelf als kanonnenvlees op te dienen, zei ik. Ik won die partij verrassend. Marvin kon zich achteraf wel verzoenen met de onverwachte nederlaag. Hij won het toernooi een weekje later, met de score van 6 uit 7.

In de auto had ik gezegd: we zullen wel moeten spelen in de achterste zaal. Ik vergat aan Colleen te vragen of ze er zin in had. En zij vergat het ook te vragen aan mij. Zo mis je wel eens wat. We betraden het denksportcentrum en groetten de gastvrouwe. In de zaal links monter spelende bridgevrouwen, dan voorbij de biljarters en schilderijen (gemaakt door een amateurschilder die in een vlaag van optimisme wellicht gedacht heeft dat het te ontdekken meesterwerken zouden worden), en dan door vaal geworden klapdeuren de speelarena betreden. Gele muren, groene kleedjes. Goedenavond.

We nemen plaats achter de borden. Duffe kop. Waarom schaak ik doordeweeks? Er moet iets raars gebeuren in deze slecht vermaalde atmosfeer, om wakker te blijven: de arbiter van dienst deelt na twee uur spelen een rode kaart uit aan iemand die te veel met zijn voeten klappert, en daarna een rode kaart aan iemand die zomaar een broodje kroket gaat zitten eten aan zijn bord. Kan natuurlijk niet. Zo!

–0–

Goed. Ter zake, zullen we het eens over de bijzaken van deze 2e oktober hebben? Spaarne N1 moest aantreden tegen Bloemendaal N2. Zes borden in plaats van acht. Dat had als voordeel dat ik vanaf bord 3 zo’n beetje alle stellingen kon bekijken. Het werd een ruime overwinning voor Het Spaarne door winstpartijen van invaller Bert Bergshoeff, Loek Veenendaal en uw verslaggever.

Bert Bergshoeff verving op bord zes Paul Neering (die Leo Littel zou vervangen, maar door zijn rug ging). Tegenstander Edwin Rutte offerde twee lichte stukken op f7 tegen een toren en een pion. Geen verstandige keuze. Bert beging in het late middenspel echter een paar onnauwkeurigheden. Hij maakte zich zorgen over de afloop van de partij, omdat wit wel al te veel pionnen zou krijgen voor de ruil. Maar toen tegenstander Rutte meende een paard op d7 te kunnen pakken, was het pardoes mat in twee.

 

 

Aad de Bruijn speelde op bord 4 een geruisloze remise. Zijn tegenstander bood remise aan, en na nog een blik op de stelling zag Aad weinig aanknopingspunten om gewoontegetrouw door te spelen voor de winst.

Ik speelde op bord 3 tegen een leeftijdgenoot die vijfenveertig jaar niet geschaakt had: Jacques Schouten. Hij liet na afloop een foto zien uit een jaarboek van de roemruchte club VHS, dat hij van Frans Arp in zijn handen kreeg gedrukt. Kijk, daar sta ik. Kampioen van Nederland, 1976, jeugdteam van VHS. Er kwam een stelling op het bord die had kunnen leiden tot een egelstelling, maar de zwartspeler verkoos een ander plan dat hem een nogal verkrampte positie opleverde met een versplinterde pionnenstructuur. Hij moest de vlag strijken na te groot tijdverbruik, inmiddels in verloren stelling.

Frans Arp had inmiddels een dubbeltoreneindspel op het bord, met twee pionnen meer. Dat leek gewonnen, maar hij verslikte zich. Zijn koning kon niet meer ontsnappen aan schaakjes van de zwarte toren zonder de twee pluspionnen te verliezen. Remise dus. Als ik me niet vergis was dat het halfje dat ons de winst in de wedstrijd bezorgde.

Op bord 1 wist Colleen Otten met wit na een snelle slagenwisseling in de opening een aantrekkelijk eindspel te bereiken, waarin de zwarte stelling passief oogde, met makkelijk te belagen pionnen op de damevleugel (a6, b6, c4) en niet onbelangrijk: een koningsvleugel die nog uit de startblokken moest zien te sprinten. Tegenstandster Sacha Schiermeier verdedigde zich zo stug mogelijk. Colleen koos voor een afwikkeling naar een pionneneindspel waarin ze zich bijna verslikte. Het werd remise.

 

 

Loek Veenendaal kwam op bord 2 goed uit de opening tegen Ad Hendrikse. Na 21. Df2 kon hij het initiatief pakken op de damevleugel. Hij versmaadde de winst van een kwaliteit, maar wist de aandringende troepen rondom zijn koningsstelling effectief te neutraliseren. Er resteerde een eindspel met een randpion meer die het verschil ging maken.

 

Met Loeks zege kwam de eindstand op 1.5-4.5.

 

Schill

 

Bloemendaal N2 – Het Spaarne N2 1.5-4.5

Bord 1 Sacha Valster-Schiermeier (1855) – Colleen Otten (1995) ½ – ½

Bord 2 Ad Hendrikse (1873) – Loek Veenendaal (1980) 0 – 1

Bord 3 Jacques Schouten (1836) -Sander Schilthuizen (1935) 0 – 1

Bord 4 Koos Min (1896) – Aad de Bruijn (1950) ½ – ½

Bord 5 Martien Schriemer (1763) – Frans Arp (1932) ½ – ½

Bord 6 Edwin Rutte (1758) – Bert Bergshoeff (1717) 0 – 1

Voetbal, brood en spelen Competitie zit in ons dna

Why the Colosseum is a wonder of the world - what is it famous for?

In het oude Rome had je brood en spelen. Bekend. Het huidige voetbalspektakel wordt er wel eens mee vergeleken, en ik denk dat er inderdaad een paar overeenkomsten zijn.

Ten eerste de plaats van handeling: een stadion, (en voor de wagenrennen een circus maximus, een renbaan met tribunes). De slachtpartijen in het Colosseum laten zich niet vergelijken met het voetbal. De emotionele toestand van de toeschouwers ook niet echt, want velen raakten bij het zien van moorden die gepleegd werden in een soort bloeddorstige schemertoestand: tegen wil en dank soms, zoals je bij sommige klassieke schrijvers kunt lezen.

Daarbij vergeleken is het voetbal toch een tam spelletje.

Maar er waren wel gladiatoren die het tot een heldenstatus brachten en door vrouwen aanbeden werden. Er waren erbij die steenrijk werden en in kasten van villa’s woonden. Dus wel een beetje als de grote voetbalsterren van nu.

Een ander deel van die spelen had een volkomen andere  status. De wagenrennen leken in veel opzichten meer op het huidige voetbal dan het geweld van gladiatoren. Het competitie-element was hierbij dominant. De deelnemers waren opgesplitst in partijen, en de supporters dus ook. Er zijn verhalen bekend van confrontaties tussen verschillende groepen die doen denken aan de animositeit tussen de Ajax- en Feyenoordfans. Het ging er in die oude tijden heftig aan toe. De mensen zijn in die paar millennia niet echt veranderd wat dat betreft.

We kunnen er natuurlijk de draak mee steken; graag, maar dit sociaal gedrag beperkt zich niet alleen tot de sport. Het kan over van alles gaan; competitie zit in ons DNA. En er is een beroepsgroep die daar garen bij spint, want de journalistiek zal geen gelegenheid voorbij laten gaan om welke controverse dan ook, zoveel mogelijk op te blazen. Dat betekent altijd kassa. De kwaliteitskranten doen er gretig aan mee.

Maar een gebeurtenis als het NIKA-OPROER hebben ze tot nog toe niet mogen verslaan.

In het Byzantium van rond het jaar 500 waren de twee partijen, de blauwen en de groenen, zo gepolitiseerd, dat ze bezig waren de totale samenleving in hun greep te krijgen. Gesteund door rijke en invloedrijke burgers begonnen ze eisen te stellen aan de regering. keizer Justinianus werd bedreigd. Hij moest verschillende wetten die hij had ingesteld weer intrekken, anders…

Na afloop van de laatste wagenrennen liep het zo uit de hand dat driekwart van de stad werd verwoest en in de as gelegd. De groenen zwoeren een nieuwe keizer te zullen kronen en bestormden het paleis. Justinianus wilde vluchten, maar zijn vrouw wist hem ervan te weerhouden.

Hij slaagde erin zijn leger te mobiliseren en liet een ongekende slachting aanrichten onder beide facties. Er waren 30.000 doden…

Nog een persoonlijke ontboezeming tot slot; ik heb zelf regelmatig behoefte om het torentje of paleis Soestdijk te bestormen, wanneer Ajax weer eens verloren heeft. Er wil alleen nooit iemand meedoen.

Dark Horse

Purmerend 2 – Spaarne 1 4-4 Tegen de gewoonte in pakt Spaarne 1 eerste matchpunt in openingswedstrijd (klasse 4D)

Stel: je woont in IJmuiden en je moet om een uur ’s middags in Purmerend schaken. Hoe laat vertrek je dan? Precies: om even over twaalf. Reistijd: 40 minuten, vertelt de routeplanner. Laat ik hem / haar / het HAL24 noemen, kortweg HAL. Neem over 150 meter de afslag naar Leeuwarden / Purmerend. Zoetgevooisde stem. Mijn richtingsgevoel negerend zal ik HAL volgen. Geen weerstand tegen HAL opwerpen. Is nutteloos. AI en zo. Vechten tegen de bierkaai.

Eerst nog even tanken op de Betelgeuzestraat (Euro, 1,76 euro) en dan bescheiden wegblazen over ’s lands snelwegen (A9, A8, A7). Bestemming: Zorgcirkel Triton, Overwhere. Purmerend. Mooie plek waar schaakclub Purmerend resideert. De routeplanner liegt nooit, zegt mijn ex-vrouw vaak. Misschien wel te vaak. Ze heeft altijd gelijk, daar niet van. (Verder gaan we goed met elkaar om en vinden in een- en dezelfde auto eensgezind de route naar Oostenrijkse skigebieden, achterin ook geen jengelende kinderen meer. Nou ja, bijna nooit.)

Eerstebordspeelster Colleen Otten en uw verslaggever kwamen uiteindelijk slechts vier minuten te laat. We laten de stress en ergernis over de door HAL aanbevolen en uitgevoerde route even buiten beschouwing. Nou ja…. toch even een ergernisventielletje open zetten. We kwamen via afslag Heemskerk in Assendelft terecht. Afslag Heemskerk?? Waarom Assendelft? Eindbestemming gecontroleerd. Goed ingetypt. File voor stoplicht. Wat nu? Overal doemden auto’s op die geen haast leken te hebben. Hoe laat was het? Half een. Aankomsttijd: 13 uur 7, zei HAL inmiddels. Purmerend is toch niet het einde van de wereld? Het leek wel alsof de medeweggebruikers juist op dit tijdstip zich op de weg hadden begeven om twee ‘begeesterde’ schakers op de vroege zaterdagmiddag dwars te zitten. Geïnstrueerd door HAL natuurlijk, dat kan niet anders, AI of geen AI.

Begeesterde schakers? Standaard opening van de conversatie in de auto: Heb jij er zin in vandaag? Nee, ik niet. Jij? Ik ook niet, maar wie weet komt de zininin wel gaandeweg de partij.

(Het was niet eens een stoplicht in Assendelft, het was een stoplicht in het lintdorp ten zuiden ervan. Naam onbekend.)

Goed. Bestemming bereikt, zei HAL. De wedstrijd! Laten we het daar eens over hebben, Andy. Uitslag: 4-4. Een uitroepteken is verdiend, als ik de scores in openingswedstrijden van de laatste jaren in herinnering roep. Maar er had misschien meer in gezeten.

Als ….. niet dan …… Jaja.

 

–0–

 

13 uur 55, om en nabij. Ik had me op bord vier tegen Ton van Nieuwkerk in een soort rapid-tempo vergaloppeerd in de opening – zonder er al weet van te hebben -, of er werden al handen geschud op bord zeven. Frans Arp opende de score in ons voordeel. Tegenstander Nico Felten had zich met zwart verslikt in een Najdorf (Dxb2-variant): hij rokeerde kort en moest voor zet twintig de vlag al strijken wegens onafwendbaar mat. Lekker begin.

 

 

Kort daarna volgden twee remises, op bord 1 en bord 2. Paul Ruber speelde tegen een oude bekende (Peter Smits) en bood op zeker moment remise aan in een gelijke stand. Colleen Otten verbruikte met wit op bord 1 veel tijd in een interessante variant van het Scandinavisch, kon op zeker moment kiezen voor een sterke voortzetting om de zwartspeler benauwde momenten te bezorgen, maar koos in plaats daarvan voor een remise-aanbod, met een schuine blik op de klok.

 

 

Uw verslaggever zelf dacht de opening redelijk soepel te hebben overleefd, maar ’s avonds zei HAL dat 13. e7-e5 dubieus was. En met een neutraal, metalen timbre erachteraan: ach, dat Scandinavisch, moet dat niet gewoon de prullenmand in, mijnheer Schill?

JA!!!, schreeuwden schaakminions in koor in mijn oor. Schaakminions hebben trouwens met al hun grootscheepse asielaanvragen gezorgd voor een onstuitbare asielcrisis in Nederland – tsunami-achtig – waardoor Nederland niet meer van de echte Nederlanders is. Noodwetten en nog eens noodwetten moeten er komen. En snel. De mensen verwachten ook wat. Die stomme, slechtopgeleide eenogen ook, gelukzoekers zijn het, alleen maar bekend geworden door Despicable me part I t/m IV, verder kunnen ze niets en ze houden ook nog eens onze banen en huizen bezet, met hun gebazel en gedoe. En daardoor schijnt ook de zon nog steeds te weinig in ons land.

Tot zover onze nieuwe minister-president D.S. die overigens niet alleen maar briefjes voorleest die de Grote Gehaktbal hem voortdurend toeschuift. Nee, zeker niet. Het is een belediging om iemand dat in dit huis te horen zeggen. Oké, dat zal dan wel!

Let us do some Q and A (k-term van en voor managers): excellentie, wat is er waar van het voornemen om schakers, ongeacht hun status van verblijf, nationaliteit, origine of speelsterkte vanaf 1 januari 2026 te verplichten zowel met wit als met zwart de Hollandse opening te spelen?

Dat is een vraag uit de achterhoede van het maatschappelijk debat. Hier hebben we het vaak genoeg over gehad en daarom verwijs ik voor uw en vooral mijn gemak naar het hoofdlijnenakkoord van jongstleden …..

Maar mijnheer Schaaf, zit dit kabinet er nog wel in 2026?

Deze ministersploeg is geen kleuterklas!

Oké, oké, we dwalen af, terug naar onze verslaggever in Purmerend. Is er nog gescoord in de Zorgcirkel, Andy Houtkamp?

Niet dan ik weet, Hugo, maar ter zake. Tegenstander Ton van Nieuwkerk had op bord vier kunnen profiteren met 14 d4-d5, de zet die Schill verwachtte, maar hij koos na lang nadenken voor 14. Pc3-e4, lonkend naar het zojuist ontstane gat op d6. De verwikkelingen liepen met een sisser af, namelijk in een tamelijk gelijkstaand eindspel met ongelijke lopers en zware stukken. Remise door herhaling van zetten.

 

 

Leo Littel op bord 5 had vanuit een Siciliaans ogende opening een tijd lang een iets mindere stand tegen Sanne Visser, maar wist met een tactische grap (Pc4-d2) het evenwicht te herstellen en een degelijke remise te behalen. Goed begin van een nieuw seizoen voor onze man uit Amsterdam.

Op bord 8 kwam Jan Vos met zwart goed uit de opening. Tegenstander Van Someren beging een opzichtige fout (Df4-g3) waarna stukverlies zou hebben kunnen volgen. Jan koos voor een voortzetting die pionwinst opleverde. Hijzelf over zijn partij: ook na de pionwinst leek de stelling te winnen. 21 … f5 was een poging tot actief doorpakken, maar vervolgens ging er tijd verloren met damezetten, waarvan twee weinig zinvol. Wit activeerde intussen zijn stukken en zwart overzag 31 Tb3, waarmee wit de pion terugwon en positioneel in het voordeel kwam. 34 … Dh5 en 36 … f4, in tijdnood gespeeld, kantelden de partij definitief in wits voordeel.

 

Daarmee trok Purmerend de stand gelijk: 3-3.

Toen restten er nog twee partijen. Loek Veenendaal op bord 3 tegen Pim Jekel en Aad de Bruijn op bord 5 tegen Arno Buijten. Loek speelde de opening niet goed en zag zijn stelling in het verre middenspel afkalven naar een materiele disbalans. Er resteerde een toreneindspel met twee pionnen minder dat hij plichtmatig doorspeelde zolang de partij van Aad de Bruijn nog niet beëindigd was in winst.

Aad maakte van een Caro-Kann een vleugelgambiet. Na het weigeren daarvan ontstond een stelling met een ‘Franse’ pionnenstructuur. Nadat schermutselingen op de a- en b-lijn de damevleugel hadden leeggeveegd resteerde een strijd op de overgebleven zes lijnen, waarbij wit lustig kon gaan opstomen met de f-pion en zwart, al kreupel gemaakt zonder rokade,  afwachten moest. Aad miste een lucratief paardoffer op g6, dat overigens niet zo heel eenvoudig te berekenen was. Ruil van lichte stukken en van de dames leverde een toreneindspel op met twee pionnen meer dat met enig denkwerk het verdiende winstpunt opleverde.

 

 

Na het handen schudden gaf Loek zijn partij meteen op en kwamen we op een eindstand van 4-4.

Zal ik hier weer eens de inmiddels versleten anekdote opdissen dat we tien jaar geleden, op een gure januaridag in hetzelfde verzorgingstehuis onze eerste wedstrijd in de promotieklasse wonnen, na een meer dan gevoelige 0-8 thuisnederlaag tegen Heerhugowaard in de eerste ronde? Dat lijkt nu bijna een religieus geworden wederopstanding.

Desalniettemin, dit gelijke spel was verdiend. Let’s call it a day.

Schill

Rating
Rating
Velpen van der, F. (Frank) 2004 Otten, C.J. (Colleen) 2006 ½ – ½
Smits, P. (Peter) 1999 Ruber, P.J.P. (Paul) 1997 ½ – ½
Jekel, P. (Pim) 1999 Veenendaal, L. (Loek) 1947 1 – 0
Nieuwkerk van, T. (Ton) 2022 Schilthuizen, A.P. (Sander) 1920 ½ – ½
Buijten, A. (Arno) 1991 Bruijn de, A. (Aad) 1947 0 – 1
Visser, S. (Sanne) 1928 Littel, L. (Leo) 1856 ½ – ½
Felten, N. (Nico) 1925 Arp, F.L. (Frans) 1966 0 – 1
Someren van, R. (Rob) 1917 Vos, J.H. (Jan) 1908 1 – 0
Gemiddelde Rating: 1973 Gemiddelde Rating: 1943 4-4

De toestand in de wereld We weten niet wat de aarde allemaal van plan is

In de jaren 60 en 70 had je G.B.J.Hiltermann, die op de radio de politieke toestand in de wereld duidde voor de Hollandse luisteraar. Later deed hij het ook op televisie. Je werd niet zo heel veel wijzer van zijn staccato. Ik herinner me vooral zijn gedrevenheid, zijn zorgvuldige woordkeuze en zijn ijdelheid.

G.B.J. Hiltermann (@GBJ_H) / X

Ik heb soms het idee dat het er in de wereld toen iets eenvoudiger uitzag. Toen de Koude Oorlog de westerse wereld in haar greep had; toen er nog nauwelijks andere delen van de wereld leken te bestaan. Hiltermann had het nooit over Afrika of Zuid-Amerika. Die landen bestonden uiteraard, maar geen mens die er ooit aan dacht. Zeker niet als G.B.J.Hiltermann op zondagmiddag de wereld aan het duiden was.

Er is veel veranderd in die paar decennia.

Over wat er allemaal gebeurt in Afrika en het Midden-Oosten, is inmiddels veel meer bekend, al was het alleen maar omdat de bewoners van die werelddelen massaal naar Europa trekken. Ze hebben redenen genoeg. Armoede, oorlog en uitzichtloosheid. In Europa zou het beter zijn. Maar de volkeren van het Avondland zien ze niet graag komen, en verzinnen van alles om ze buiten de deur te houden.  De mogelijkheden in Europa zijn gewoon veelbelovender dan in andere delen van de wereld. Dus bracht de digitale techniek velen een zicht op het z.g.n Utopia. In Europa wachtte het geluk en het succes.  De kans op een beter bestaan. De sociale media maken er al minstens twintig jaar reclame voor, overal.

Hoe gaat het met die wereld tegenwoordig? Helemaal niet zo slecht denk ik. Die wereld volgt zijn eigen onvoorspelbare agenda. Het zijn vooral de menselijke bewoners die zich zorgen moeten maken, want het ziet er wel dreigend uit op dit moment. Het is nu dan wel geen wapenwedloop die de gemoederen bezighoudt, maar een klimaatverandering kan zeker ook verwoestende gevolgen hebben. Er zijn in het verleden ontelbare soorten uitgestorven ten gevolge van veranderingen in het klimaat. Dat kan ons natuurlijk ook overkomen. Wij vormen geen uitzondering op deze trend.

Ik weet niet of mensen in staat zijn zodanig samen te werken, dat de gevolgen van de opwarming van de aarde binnen die beroemde anderhalve graad blijft. Het is allemaal zo onzeker!

Er zijn al heel wat internationale conferenties geweest. Daar worden de problemen besproken en worden afspraken gemaakt, waar vervolgens velen zich gewoon niet aan houden. Verschillende belangen zorgen ervoor dat het vreselijk langzaam gaat. En het kan niet veel anders, want je kunt autonome landen niet dwingen.

Er wordt door internationale instanties en politici gepleit voor verdraagzaamheid en welbegrepen eigenbelang. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje tenslotte. Het halsstarrig vasthouden aan je z.g.n identiteit en belangen zal op den duur contraproductief werken.

Dit betoogde een Amerikaanse politicoloog in het programma buitenhof. Ik denk dat hij gelijk heeft.

Het leven in bubbels, zoals dat door sociale media bevorderd wordt, drijft ons uit elkaar.

En het is juist hoog tijd dat we het op een aantal fundamentele punten eens gaan worden.

Maar dit is niet eenvoudig. Leven in een bubbel geeft mensen ook een gevoel van veiligheid.

En dat gevoel is vooralsnog heel wat sterker dan de ratio van de noodzakelijke samenwerking.

Het mag van mensen niet verwacht worden dat ze de brede samenhang van alle huidige problemen begrijpen. De politici wereldwijd kunnen het ook niet echt. We stuiten als menselijke soort flink op onze grenzen, We zijn nog steeds behept met oeroude reflexen. Ik acht de kans dat we binnen afzienbare tijd rationele wezens zullen worden dan ook niet groot. Maar mocht het in de toekomst toch gebeuren, dan is dat nog steeds geen garantie voor een eeuwig voortbestaan.

Wij weten niet wat de aarde allemaal van plan is. We kennen haar onvoldoende. We worden regelmatig overvallen door natuurrampen, die niet allemaal te wijten zijn aan de CO2-uitstoot.

Al deze dingen denkend, is het tenslotte toch het beste om in ieder geval naar samenwerking te streven. Want als je het allemaal op z’n beloop laat wordt het van kwaad tot erger.

Dark Horse

Rallentando Boys De voetbalvereniging van het provinciale symfonieorkest

Viool spelen - Alleen voor doorzetters? | Bax Music Blog

In de laagste klasse van het regionale amateurvoetbal, tussen de bierelftallen en mannen met buikjes, speelde ook ‘Rallentando Boys’, de voetbalvereniging van het provinciale symfonieorkest. Die ietwat vreemde naam was ontleend aan een muziekterm: rallentando betekent vertragen. En die ironisch gekozen naam dekte de lading goed, want de violisten, de blazers en de slagwerkers waren bijna allemaal ruim boven de vijftig en niet zo snel meer.

Dat laatste was geen punt; het ging om het plezier. Ook als ze weer eens dik verloren hadden bleef de stemming opperbest. Na afloop van de wedstrijd werd er flink nagepraat en gelachen, en ook stevig ingenomen. Dat ging al een hele tijd goed. Meestal eindigden ze onderaan, maar dat kon de pret niet drukken, want ze konden niet degraderen, een prettige bijkomstigheid.

Altviolist Joop van de Broek had een jaar of wat geleden het initiatief genomen tot de oprichting van de club. De geesten waren rijp geweest als het ware, want in de pauzes tussen de repetities was het vaak een enthousiast uitwisselen van nieuwtjes en uitslagen. Mooie doelpunten werden gememoreerd, spelers werden afgekraakt of opgehemeld. De muziek, dat was je werk, voetbal je hobby. Aan deze instelling was niets verkeerds natuurlijk, in tegendeel. De vrouwelijke orkestleden keken er niettemin een beetje meewarig naar; dat gejoel…enfin.

–0–

Snijden in wat voor sommigen de belangrijkste bijzaak van het leven is, doet zeer: lezers missen het amateurvoetbal - Friesch Dagblad

Er dreigde onenigheid. Het geval wilde namelijk dat er kortelings een paar nieuwe orkestleden aangenomen waren. Mannen die nog niet zo lang geleden afgestudeerd waren aan het conservatorium, en nog in hun dertiger jaren waren Die bleken toevallig óók van voetbal te houden en wilden graag lid worden van de club. Ze werden met gejuich binnengehaald, omdat dit nieuwe perspectieven bood.

Maar al snel kwamen ze met het voorstel om de naam van de club te veranderen. Ze hadden nog geen buikjes en ze vonden zichzelf ook helemaal niet traag. Dat brachten ze naar voren en stelden meteen een nieuwe naam voor. ‘Allegro Boys’ vonden ze veel leuker, want ‘allegro’ betekent zoveel als vrolijk en opgewekt, en niet per sé snel, zoals vaak gedacht wordt. Dat zou volgens die nieuwe leden ook beter bij de sfeer passen in het elftal.

Maar daar verkeken ze zich een beetje op. Niet dat hun argument slecht was, maar er was toch wat gemor bij de oprichters van de vereniging. Het voelde op de een of andere manier een beetje als een overname. Een gevoel dat verzet opriep. Want alles goed en wel met die gasten natuurlijk, maar een beetje begrip voor de humor die in de gekozen naam school zou wel op z’n plaats zijn; echt groot verschil zouden die paar jongere mannen niet gaan maken in de resultaten.

Niettemin werd er nu toch door sommigen getwijfeld. Was er misschien een compromis mogelijk? Wat zou dat kunnen zijn? Een van de oudgedienden stelde ‘Allegro ma non troppo Boys’ voor. Dit werd onmiddellijk weggehoond: veel te lang, en niemand zou het zo langzamerhand meer begrijpen. Niet echt relevant trouwens, want ook de huidige naam was maar zelden door iemand begrepen. Hoe vaak hadden ze niet aan tegenstanders uit moeten leggen wat de betekenis was? Meestal werden ze dan glazig aangekeken. ‘Gek is lastig’, zag je ze soms denken.

In de club werd nu voor het eerst gediscussieerd. Waarom moest er zo nodig ‘Boys’ achter de naam? Dat was toch hopeloos ouderwets? En bovendien, het waren al een hele tijd geen boys meer, die mannen met hun vioolschouders en hun reumatische trommelarmen. Dat leek een zienswijze die hout sneed, vonden velen. Maar daar ging het niet om. Natuurlijk wisten ze dat ze niet meer voor Apollo konden doorgaan; daaróm juist was ‘Boys’ leuk toch?

En misschien moesten ze niet meteen zoveel praatjes hebben die nieuwelingen. Die hoornist, Frits, neigde aardig naar overgewicht zo te zien. En cellist Karel begon al aardig te kalen, dus waar hadden ze het over… Als ze meer ambitie hadden dan gingen ze maar naar een andere club. En zo was het ook natuurlijk. De kentering was een feit; de jongere mannen draaiden bij.

Maar de naam bleef een dingetje.

Moest het een grappige naam zijn? Ze konden toch ook FC Symfonia heten of zo? Of OBK, Oefening Baart Kunst? Maar dat klonk te plechtig allemaal en niet erg speels.

Toen gebeurde het. Het woord “speels” was gevallen, en een paar orkestleden kwamen tegelijk op het idee: we noemen onze club “FC De Spelers”. Daarmee was tenslotte alles gezegd. Simpel eigenlijk. Algemene aanvaarding. En dus gingen ze in het nieuwe seizoen onder hun nieuwe naam deelnemen aan de competitie, met het van oudsher bekende resultaat, en iedereen was tevreden.

Dark Horse

Nederlaag Spaarne 1 bezorgt KC3 kampioenschap in klasse 4D KC3 - Spaarne 1 5.5-2.5.

Afgelopen zaterdag vond de laatste ronde plaats in klasse 4D. Wij waren uitgenodigd door Kennemer Combinatie in de drukke sporthal ‘Kennemer Sportcenter’, naast de ijsbaan. Voor ons ging de wedstrijd nergens meer om, we konden niet meer degraderen, maar voor KC3 stond er nog een kampioenschap op het spel. Achtervolger DD 2 stond voor aanvang van de wedstrijd een matchpunt achter op KC3 (het was 11 om 12). Dus was het onze sportieve plicht de wedstrijd nog serieus te nemen. En dat deden we, ook al waren een paar partijen snel afgelopen.

Veel bekenden zaten in het Haarlemse tegenover elkaar. Er waren snelle remises van Paul Neering en ondergetekende. Voor Paul was dit resultaat een opsteker, omdat een op rating veel sterkere tegenstander (Arkady Chernykh) blij was met die remise (Paul stond beter).

 

Helaas volgde hierna een harde nederlaag van Leo Littel, aan bord 4 tegen de handige Peter Pijpers. Daartegenover stond een mooie overwinning van Colleen Otten tegen het jeugdtalent Rick van Rootselaar, al vond ze zelf dat ze in de beginfase van de partij te frivool had gespeeld, met ‘pingpongschaak’ en al teveel rondlopen. Van Rootselaar miste een goede winstkans in het vroege middenspel (12 ….Txc2) en even daarna werden de bordjes verhangen toen de zwartspeler zijn toren in liet sluiten. Hieronder de partij.

 

Robert Balm was zo goed om op het laatste moment in te vallen op bord 7 (voor Jan Vos) maar moest tegen de op rating veel sterkere Jurriaan Boeren, die normaal op een topbord speelt, in het stof bijten. Loek Veenendaal had een mooie stelling tegen Benjamin Go bereikt, maar ging na tactische schermutselingen toch ten onder. Ook Fer Mesman redde het niet tegen jeugdtalent Mats de Jong.

 

Aad de Bruijn speelde een degelijke remise tegen Juan Quattordio die zo’n driehonderd ratingpunten meer onder de pet heeft, maar daar zou Aad niet van wakker hebben gelegen als hij het de dag voor de partij zou hebben geweten, onvervaard als hij is. Het werd een interessante partij, met op enig moment voor hem de mogelijkheid om (groot) voordeel te krijgen  (met 21 ….Pdxe5). Die zet liet hij na te doen.

–0–

Eindstand: 5,5 – 2,5 voor KC 3. De spelers van KC 3 gingen hun kampioensfeest vieren op de Grote Markt tezamen met landskampioen KC 1 dat het seizoen afsloot met een 8-2-overwinning op Waagtoren 1. Felicitaties aan beide teams van onze kant.

Dan rest mij nog te melden dat we een matig seizoen draaiden, met een goede afloop. Gelukkig. Topscorer werd Colleen Otten met 5,5 uit 8, met Paul Ruber als ‘goede tweede’ (4 uit 7). Alle andere spelers scoorden 50 % of minder. Hopelijk gaat het volgend seizoen beter. We hebben even de tijd en kunnen ons vol des schakers welbehagen onderdompelen in trainingskampen aan de IJssel dan wel de messen slijpen in een van de komende zomertoernooien.

Frans Arp (aanvullingen Aad de Bruijn / Schill)

Rating
Rating
Rootselaar van, R. (Rik) 2171 Otten, C.J. (Colleen) 1976 0 – 1
Quattordio, J. (Juan) 2169 Bruijn de, A. (Aad) 1916 ½ – ½
Go, B. (Benjamin) 2113 Veenendaal, L. (Loek) 1951 1 – 0
Pijpers, P.J. (Peter) 2007 Littel, L. (Leo) 1815 1 – 0
Chernykh, A. (Arkady) 2083 Neering, P. (Paul) 1857 ½ – ½
Bakker, J. (Jan) 2089 Arp, F.L. (Frans) 1907 ½ – ½
Boeren, J.F. (Jurriaan) 2164 Balm, R. (Robert) 1677 1 – 0
Jong de, M. (Mats) 1914 Mesman, F.D. (Fer) 1774 1 – 0
Gemiddelde Rating: 2089 Gemiddelde Rating: 1859 5½-2½