Volendamse misère

De mens is een beperkt wezen. Hij tast vaak in het duister, wanneer hij de oorzaak van gebeurtenissen wil vinden of verklaren.

Lag het aan het cijfer 13 in de datum? Was het de lange reis, waar niemand echt zin in had, of hadden we gewoon een offday? Moe, matig gemotiveerd? Enfin, een bijna collectief falen was het gevolg. Een nederlaag met zulke cijfers was toch echt niet nodig geweest. 6,5-1.5 Een kleine ramp.

Hoe de sfeer te beschrijven? Op de heenweg leek alles nog min of meer normaal. Bij Paul in de auto is het altijd wel gezellig. Leo opgehaald achter station Haarlem. Die bekende al snel dat hij eigenlijk liever bij zijn Amsterdamse cluppie was gaan spelen die avond. Maar hij vond het niet aardig om ons in de steek te laten. Nobel! Paul had er wel zin in; vroeg thuis die middag, volgende dag vrij.

Ik was blij dat hij mijn plaats wilde innemen. Dat had ik met hem afgesproken omdat ik er op het ogenblik weinig van bak.

Bij aankomst in Volendam voelde ik al een beetje nattigheid. Ik zag een paar teamgenoten met vermoeide koppen. Aad was er nog niet. Die kwam met het openbaar vervoer. Er werd gesuggereerd hem even te bellen om te weten waar hij uithing. Maar hij heeft geen mobiel, wist Paul, wat Arun de opmerking ontlokte: leeft hij nog in het stenen tijdperk of zo?

Je moet er trouwens maar zin in hebben om helemaal uit Deventer naar Palingcity te rijden voor een potje schaak, dat je vervolgens op irritante wijze verliest. Hulde voor Joost, dat hij dat er voor over heeft.

Wat de stemming ook niet verhoogt daar, is dat je voor een frisje of een ander drankje twee lange trappen op en af moet. Niets ten nadele van de Volendammers overigens, want er staat in de speelruimte altijd een kan koffie klaar met kartonnen bekertjes erbij. Goed, het hielp allemaal niet.

Behalve bij Jeroen Loos, die ik bij dezen een aanwinst voor Het Spaarne noem, ging het er op de overige borden ongeïnspireerd aan toe. Paul schoof met zwart snel remise tegen een lager gerate speler. Jeroen schreef een goede overwinning bij tegen een zekere Bodemeyer. De andere mannen waren langzaam aan het wegzakken in het moeras.

Ik liep er wat verweesd tussendoor. Ik zie dan af en toe wel zetten voor ze, maar die voeren ze dan vaak niet uit. En je mag natuurlijk niks zeggen. Achteraf vraag ik wel eens: waarom deed je niet… En dan volgt er een verhaal dat ik soms nauwelijks kan volgen, omdat ik niet goed genoeg naar de stelling heb gekeken.

Vreemd eigenlijk, want die jongens kunnen echt wel een potje schaken. Maar bij externe wedstrijden, wanneer het om het echie gaat, ziet de wereld er soms zo anders uit.

Aad reed met ons mee terug. Na afloop van zo’n avond zou je in de auto een grafstemming verwachten. Maar dat viel erg mee. Er werd wel gemopperd op dat stomme vissersdorp, maar verder werd er toch gezellig gekletst en gelachen. Leo zei zelfs: ik wil nooit meer naar Volendam, maar als we dan toch moeten, nemen we de volgende keer knuppels mee…

Pim Abbestee