Twee matchpunten voor KC 3 tegen HWP Zaanstad: 5½-2½ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 januari 2012 (door Rob de Haan) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de ruime overwinning die ons derde team op 7 januari 2012 behaalde op HWP Zaanstad groeit het vertrouwen dat KC-3 de degradatie kan ontlopen. Aan de laatste vier borden scoorden onze mannen 100%, aan de eerste vier werd stand gehouden, met drie remises en maar één nederlaag. En die ene nul was onnodig, want het gevolg van een blunder. Al om half vier haalde Frans Arp (“op 8”)het eerste punt binnen. Hij had met wit het bekende loperoffer op h7 gespeeld, wat echter zeer juist met Kh8 werd afgewimpeld. De aanval stagneerde toen even en zwart kreeg de pion weer terug. Maar een aantal zetten later kon Frans een onbezonnen ruil op e4 afstraffen via een dubbele aanval die stukwinst zou opleveren. Zwart gaf echter meteen op. Naast Frans speelde Yehuda Pelter een soort Spaanse partij, met .a...; exd4 b. Pxd4;(...) c.Pf5; Lxf5 d. exf5. en x...; Lb4. Ik had er niet veel vertrouwen in, maar plotseling werd de tegenstander (via d5-d4) min of meer gedwongen een kwaliteit te geven op e1. Daarvoor kreeg hij wel degelijk wat compensatie. Maar de aanval van wit werd niet geheel volgens de regelen der kunst doorgevoerd en zwart verdedigde zich actief.. Tenslotte moest wit in dameruil berusten waarna het materiaaloverwicht van zwart besliste: 2-0. Ronald (bord 3) kwam prima uit de opening en won een pion, waar wit niet veel tegenover kon stellen. Misschien had zwart in deze fase van de strijd actiever kunnen optreden, de witte koning stond op f2 niet erg veilig. Maar het initiatief ging naar wit en die drong door naar de achtste rij. Gezien het geslonken materiaal leek mij de toestand niet ernstig. Maar, hoe het precies gebeurde weet ik niet, in een letterlijk onbewaakt ogenblik moet Ronald een slechte zet hebben gespeeld die hem tot de overgave heeft gedwongen. Op het zesde bord bouwde Aad heel rustig aan een overwegende stelling. Er leek steeds niet zoveel aan de hand, maar wit had meer ruimte, het initiatief en steeds weer kleine dreigingen. Bijna geruisloos werd het volle punt binnengehengeld. Het stond 3-1. Gerard Snijders kon in tegenstelling tot eerdere berichten toch meespelen en was aan het vierde bord achter de witte stukken geplaatst. Dat ging hem in eerste instantie uitstekend af. In een Réti-opening maakte zwart de fout om c6, e6 en f5 te spelen, terwijl een verdere opmars van de pionnen was geblokkeerd. Het gevolg was een zeer slechte loper op c8. Vele stukken werden geruild en ik telde al half en half het volle punt. Maar toen verslapte de greep van wit op de stelling merkbaar. Een zwarte toren kon zich bevrijden, de loper kwam los, de vrije zwarte d-pion kwam naar voren en tenslotte mocht Gerard zich met het halve punt nog in de handen knijpen. Nog één punt uit drie partijen zou voldoende zijn voor de winst. De borden 1, 2 en 5, bezet door leden van s.v. Bloemendaal, moesten ervoor zorgen. Pieter Kroon speelde aan het tweede bord (wit) een ingewikkelde partij, waarin zwart door het centrum oprukte, maar wel ten koste van wat gaten in de stelling. Op een gegeven ogenblik wist Pieter de zwarte dame te vangen voor twee torens. Maar hij beschikte ook nog over een gevaarlijke vrije e-pion. Dit noodzaakte zwart om een kwaliteit te offeren. Het leek er daarna op dat wit misschien wel kon winnen. Zwart wist echter de ruil af te dwingen van zijn vrije a-pion tegen de genoemde e-pion, waarna de combattanten ieder nog maar twee pionnen op de koningsvleugel overhielden. Wit had daarnaast een dame, zwart een toren en een paard. Wit liet het er maar bij: remise betekende 4-2 en dus al vast één matchpunt binnen. Aan het eerste bord, met zwart, kwam Benjamin Go goed uit de Slavische opening. Wit leek niet goed te weten hoe deze stelling moest worden aangepakt, maar ook onze man stelde er niet veel tegenover. Tenslotte kwam er een toreneindspel op het bord. Wit had een vrije a-pion, door de toren ondersteund, zwart kon bogen op een centrale koningsstelling en de mogelijkheid een vrije h-pion te creëren. De Saegher kon zich maar moeilijk neerleggen bij het feit dat dit tot remise zou moeten leiden. Hij speelde daarom door, tot geamuseerde verbazing van vele toeschouwers, tot alleen de twee koningen op het bord overbleven. De buit was nu binnen, maar René Bakker (bord 5, zwart) kon de overwinning nog wat vergroten. Hij had eerst een flinke tijdachterstand opgelopen, maar wist de tijdnoodfase goed door te komen en zelfs nog een pionnetje mee te pakken. Er was inmiddels een vreemd eindspel op het bord gekomen, waarin beide spelers het loperpaar en nog vrij veel pionnen hadden. Wit dreigde een pion op h7 terug te winnen, met Lg8 en Lh6, maar zwart kon dit steeds beantwoorden met Kf7, waarna de loper h7 zou zijn opgesloten door de zwarte pionnen g6 en f5. Het leek mij dat wit de vrije a-pion wel met zijn koning zou kunnen tegenhouden, of door tijdig zijn lopers te repatriëren, zodat ik op niet meer dan remise rekende. Gezien het gevorderde uur heb ik dit niet afgewacht. Maar de volgende dag bleek dat zwart toch het volle punt had gescoord. Hulde voor het geduld en doorzettingsvermogen!
|
|