Het aardige van het begin van het seizoen is dat het koploperschap in de interne competitie vaak per week nog wisselt. Nadat Jan Vos de leiding nam in ronde 1 voerde een week later Sander Schilthuizen de ranglijst aan en is nu Aad de Bruijn de nummer één. Alles nog allemaal sterk afhankelijk van toevalligheden in de indeling, maar zo krijgt langzamerhand het klassement z’n vorm.
Aad is de enige met een score van 3 uit 3. In de tweede ronde speelde hij een aardige partij tegen Peter van Harn, waarin het er na 40 zetten nog redelijk gelijk uit zag, maar Peter uiteindelijk toch knakte:
Hierna volgde: 40. … Lh6 41. Kh1(?) Kf7 42. Pa3 Pf2+ 43. Kg1 Pd3 44. Pb1 Pc1 45. Pbd2 Pb3 en wit gaf op.
In die tweede ronde zagen we een nieuw gezicht op de club. Roland van Hartingsveldt hadden we tijdens het zomerschaak in De Waag al eens ontmoet en deze avond proefde hij hoe het is een lange partij in de Laan van Berlijn te spelen. Het werd een imponerende entree, want na een spannende partij wist hij te winnen van – niemand minder dan – Paul Neering.
Tien partijen waren er die tweede ronde en bij een indeling die het midden hield tussen het Zwitsers en een zuivere Keizer bevestigden de toppers in de meeste gevallen hun status. Colleen won van Piet Hein, Paul Ruber van Frank Otten en Sander van Pim. Jan Vos speelde remise met Keimpe, Sybe vestigde zich door een overwinning op Rykle in de top van de middenmoot en hetzelfde gold voor Wim Eiselin die Gerda eronder hield. Een snelle remise werd genoteerd voor Johan Tates en Paul Mathot, waarmee beiden van de nul af waren, en een veel langere remise voor Frank Sala en Marco Deurloo, maar dat konden wij allemaal al horen aankomen.
Bij de derde ronde hadden we de eerste externe thuiswedstrijd in de NHSB-competitie. Het Spaarne N2 versloeg Chess Society Zandvoort N2 met 4½-1½ (een apart verslag van die wedstrijd volgt nog). In de marge daarvan werden vijf interne partijen gespeeld. Drie daarvan eindigden in remise, waaronder de topper tussen Sander en Colleen. Naast Aad (tegen Wim Eiselin) was ook Piet Hein Koning een winnaar. Hij klopte Robert Balm, die een pionoffer in het begin van de partij niet wist te effectueren.