Het beloofde een harde confrontatie te worden tussen twee teams met grote degradatiezorgen. Voor aanvang van de wedstrijd had Volendam genoeg aan een gelijkspel voor behoud in de promotieklasse. Voor ’t Spaarne telde alleen een overwinning. De teamleider van Het Spaarne, tevens uw verslaggever inzake dit bericht, gooide de bordindeling van de spelers lichtelijk om, zodat de Volendamse voorbereiding gefrustreerd zou kunnen zijn. Maar het is zeer de vraag of die andere bordindeling van invloed is geweest op het wedstrijdverloop.
Feit is wel dat op bord 1 Frans Arp met zwart niet tot goed spel kwam. Tegenstander Enno Veerman zette de witte stukken op de juiste velden neer. Frans wilde echter meer vuurwerk op het bord, gooide zijn koningsvleugel open met h6 en g5 en kreeg de kous op de kop door een scherpe tegenactie met f2-f4. Zoekend naar meer spel bracht Frans zijn dame diep in de vijandelijk linies waarna wit met enkele krachtzetten aantoonde dat dit op niets berustte. Met een elegant torenoffer op f7 werd duidelijk dat het punt naar Volendam zou gaan.
Een flinke tegenvaller kwam ook tot stand op bord 2. Loek Veenendaal maakte het zich zichtbaar moeilijk met een verzwakking op veld c3. Of de consumptiedeal, aangeboden door Loeks tegenstander in zijn bedenktijd, van beslissende invloed is geweest valt niet meer na te gaan, wel dat tegenstander Jan Tol het volle pond naar zich toetrok zonder met zijn ogen te knipperen.
Donkere wolken trokken samen boven de resterende borden van speelgelegenheid Denkcentrum ’t Spaerne. We stonden er halverwege de middag niet goed meer voor!
Gelukkig kwam op bord 3 de aansluitingstreffer. Colleen Otten had eigenlijk weinig moeite een gewonnen stelling te creëren en walste over haar tegenstander heen die, naar eigen zeggen, “zijn dag niet had”. Omdat het hierna superspannend begon te worden was het handig dat Colleen haar partij zo vroeg had gewonnen, zodat de teamleider gebruik kon maken van haar expertise om de stand van zaken van de nog lopende paritjen goed in te kunnen schatten. En dat was hard nodig.
Op bord 8 speelde Aad de Bruijn een krankzinnige partij waarbij de tussentijdse winstprognoses vaker naar Volendamspeler Reinier Bodemeijer gingen dan naar Aad.
Op bord 7 speelde Fer Mesman uitstekend tegen Crelis Molenaar en toen Fer de kans kreeg op een prachtig stukoffer op f2 liet hij die kans niet onbenut. Tegenstander Molenaar was zichtbaar verrast en had 5 minuten nodig om zich te vermannen. Vervolgens koos hij voor een stukkenruil die Fer goede winstkansen bood.
Aan bord 6 zat Frank Taylor die iets beter in het middenspel stond maar pardoes een volle pion cadeau deed, waardoor hij (en dus ook het Spaarne) in de gevarenzone kwam te zitten.
Op bord 5 kon Sander Schilthuizen geen potten breken tegen Frans Vlugt. Met zwart hield hij een scherpe stelling, waarin de witspeler aanstuurde op een batterij Lb1-Dd3, ternauwernood in balans. Anders dan in voorgaande partijen behield Sander zijn concentratie en koos hij voor een afwikkeling die tot remise leidde. Meer zat er niet in, maar we stonden nog steeds 1 bordpunt achter. En alleen winnen zou ons van het degradatiespook kunnen bevrijden.
Op bord 4 speelde Leo Littel een spannende partij tegen Erik Steur. Hier waren omstanders flink in discussie wie er beter stond in het laatste uur. Steur stond een kwaliteit voor in een eindspel (twee paarden tegenover toren-loper), maar Leo had compensatie in de vorm van een pluspion. En daar kwam nog een pion bij. Het leek voor even een gewonnen stelling voor Leo te zijn, maar hij beging onder de alweer aangroeiende tijdsdruk na zet 40 een paar onnauwkeurigheden. De kansen leken te keren ten gunste van zwartspeler Steur.
Het lot van Het Spaarne 1 leek bezegeld: degradatie na een slecht en ongelukkig seizoen.
Maar plotseling draaide alles om.
Aad de Bruijn, die inmiddels een pionnenklont op de damevleugel achterstond, kon profiteren van een zwakke zet van Reinier Bodemeijer. Er gloorden onverwachts winstkansen. Na het missen van mat in twee en na vele smachtende kreten in de gang verderop niet gehoord te hebben, bracht taaie Aad het volle punt op het droge. Inmiddels had ook Fer Mesman zijn partij gewonnen en was er een tussenstand van 3½ – 2½ met nog twee partijen aan de gang.
Een vol punt moest nog worden binnengehaald en Spaarne-spelers en belangstelling tonende clubgenoten hoopten op twee remises. Frank Taylor op bord 6 stond nog steeds een volle pion achter. En dan had hij ook nog een zwakke pion op b5. Teamleider Jan Veerman van Volendam ging wellicht te snel met zijn dame op die zwakke pion af, waardoor Frank zomaar twee torens op de zevende rij kreeg. De dames werden geruild en in een eindspel met dubbele torens verschafte Frank zich een vrijpion op g6. De druk werd Jan Veerman wellicht te veel, remise zat er de hele tijd in. Eén verdedigende zet extra en wit was niet verder gekomen met zijn g-pion. Zwart gooide alle remmen los en besloot zijn c-pion op te spelen. Dat bleek fataal en dus was een gelukkige winst te noteren voor Frank die het Spaarne-team uiteindelijk de volle winst bracht: 4½ – 2½!
De laatste partij op bord 4, Leo Littel – Erik Steur, was opeens niet meer van belang, maar werd nog wel vakkundig gewonnen door de zwartspeler. Jammer voor Leo maar hij had er wellicht vrede mee dat de achtste plaats genoeg was voor behoud in de promotieklasse.
Al met al een enerverend middag, sneu voor de Volendammers. Dat zeker. Vanuit het perspectief van de Spaarne-spelers was de conclusie snel gemaakt: de nipte nederlagen eerder in het seizoen werden in de laatste fase van de laatste wedstrijd goedgemaakt door alert spel en een gezonde dosis strijdlust.
|
S.V. Het Spaarne |
1892 |
Volendam |
1851 |
4½ |
3½ |
1. |
Frans Arp |
1970 |
Enno Veerman |
1973 |
0 |
1 |
2. |
Loek Veenendaal |
1903 |
Jan Tol |
1957 |
0 |
1 |
3. |
Colleen Otten |
2083 |
Luuk van Essen |
1819 |
1 |
0 |
4. |
Leo Littel |
1920 |
Erik Steur |
1820 |
0 |
1 |
5. |
Sander Schilthuizen |
1791 |
Frans Vlugt |
1890 |
½ |
½ |
6. |
Frank Taylor |
1855 |
Jan Veerman |
1785 |
1 |
0 |
7. |
Fer Mesman |
1712 |
Crelis Molenaar |
1747 |
1 |
0 |
8. |
Aad de Bruijn |
1905 |
Reinier Bodemeijer |
1819 |
1 |
0 |
Recente reacties